m -15- zz? Het lid van Elzakker zegt dat men omtrent de interpretering van dit artikel van mening kan verschillen, doch het lijkt hem niet be langrijk genoeg om daar nog nader op in te gaan. De voorzitter zegt dat de afwijkingen van het uitbreidingsplan die hebben plaats gevonden door middel van artikel 20 van de Wederop- bouwwet niet in de commissie behoeven omdat dit uitsluitend tot de competentie van burgemeester en wethouders behoort. Dit is een specifieke bevoegdheid van het college. Het lid van Elzakker vraagt zich echter af wat er gaat gebeuren als over tien jaar de raad niet met de wijzigingen akkoord kan gaan en de eigenaars verplicht worden hun gebouw af te breken. De voorzitter zegt dat dit een risico is dat de man neemt. Hij^wijst er echter wel op, dat het heel goed mogelijk is dat de commissie van nu met de wijzigingen akkoord gaat, terwijl de raad van straks de wijzigingen niet goedkeurt. Men blijft dus met hetzelfde risico zitten. j j Het lid van Elzakker is er voor om de wijzigingen terstond in de raad te brengen ter goedkeuring. Dit lijkt hem goed mogelijk omdat het niet een wijziging betreft, doch omdat de ene wijziging volgt op de andere. De voorzitter zegt dat artikel 20 nodig is om snel te kunnen handelen en leven in het uitbreidingsplan te kunnen brengen. Het werkt zeer snel, terwijl een officiële wijziging ongeveer negen maanden gaat duren. Het lid van Elzakker is de mening toegedaan dat men de raad van de wijzigingen op de hoogte had moeten houden. De voorzitter wijst er nogmaals op dat dit een bevoegheid betreft die bij de wet aan burgemeester en wethouders is opgedragen. Het college zou het kunnen bespreken in de raad, doch de raad heeft daar geen recht op. De raad kan dus niet zeggen dat zij in dit opzicht te kort is gedaan, Het lid van Elzakker wijst er op dat door het college onnodig zeer grote risico's worden genomen. De voorzitter antwoordt dat hij nog nooit heeft gehoord dat de raad een wijziging niet heeft goedgekeurd tengevolge waarvan iemand zijn gebouw moest afbreken. Voor wat betreft de percelen van architect van dej Veken deelt hij mede, dat door deze architect 4 percelen bouwgrond zijn gevraagd en dat hij hem heeft geantwoord dat dit niet mogelijk was, maar dat hij de namen van zijn cliënten op moest geven en dat het college er dan mee akkoord zou gaan. Het is nu eenmaal het standpunt van het college ombij niemand van de adspirant bouwers te onderzoeken of de aanvraag serieus is gedaan. Het lid van Elzakker zegt dat architect van der Veekèn hem telefonisch heeft medegedeeld dat door de burgemeester aan hem vier percelen zijn toegekend. De voorzitter antwoordt dat dit beslist onjuist is) bovendien wijst de voorzitter er op dat hij niets kan aanbieden omdat dit een aan gelegenheid is van het college. Het lid van Elzakker blijft het een rare zaak vinden. Vroeger ging men naar Huuskes om informaties in te winnen omtrent bouwgrond, doch momenteel blijkt die niets meer te weten, en de mensen niet meer te mogen inlichten omtrent grondverkopen. De voorzitter zegt dat er diverse mensen zijn die alleen gelegen heid hebben om op zaterdag of zondag te komen omdat zij bijvoor beeld van ver weg komen. Spreker zegt dat hij te allen tijde be reid i§ om deze mensen te helpen en daar ook volledige bevoegd heid voor heeft. Hij dacht dat men daar alleen maar waardering voor kon hebben.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1964 | | pagina 83