Ut _9- ^3 het woonklimaat. Indien de werking van de verordening wordt beperkt zullen er velen zijn die ook niet zullen meebetalen aan de algemene investeringen, waarvan ook zij hun profijt thebben. Het lid Bogers is het eens met het lid Roosenboom. Hij is eveneens van mening dat de verordening dikwijls onbillijk is en er diverse mensen door gedupeerd worden. De voorzitter zegt dat het hem het verstandigst lijkt deze materie opnieuw te laten bestuderen door de commissie in het bijzijn even tueel van de secretaris, chef financiën en het hoofd openbare werken. Het lid Bogers vraagt wat er gaat gebeuren met de mensen die reeds betaald hebben en die er onder de gewijzigde verordening niet meer onder komen te vallen. De voorzitter antwoordt dat het mogelijk is de .wijziging terug werkende kracht te verlenen zodat de ontvangen gelden terugbetaald kunnen worden. Ï-Iet lid van El zakker merkt op dat het de bedoeling van de verorde ning is om speculatie te voorkomen. Hij is het daar dan ook volkomen mee eens5 doch hij is er niet voor dat de verordening tevens geldt voor de oude uitbreidingskernen, maar alleen voor de nieuwe uitbrei dingsplannen. Het lid de Keijzer is van mening dat de beste oplossing is de werking van de verordening niet van toepassing te verklaren op bestaande wegen en straten. Het lid Roosenboom wi] zijn voorstel desnoods aanv uilen met het voorstel van het lid de Keijzer. Het lid van Isselt kent twee jongens die in Lepelstraat aan een be staande straat willen gaan bouwen, doch die in hun voornemen in ernstige mate worden afgeremd door de bijkomende kosten ingevolge deze verordening. Alle voorzieningen zijn ter plaatse reeds lang ge troffen; zij moeten aansluiten op de riolering en moeten hiervoor hun rioolbelasting betalen. Hij vraagt zich af of het noodzakelijk is dat hier nogmaals een extra bedrag wordt betaald. Hij is van mening dat de gemeente hier afremt wat minister Bogaers stimuleert. De vooriztter rekent het lid van Isselt voor dat de door hem bedoel de persoon goedkoper uit is door te bouwen op particuliere grond met de daarbij komende kosten ingevolge de bouwexploitatieverordening, dan indien hij bouwgrond, gelegen in het uitbreidingsplan, van de gemeente had gekocht. Hij wijst er tevens op dat het toch geen on billijkheid is, dat betrokkene mede betaalt voor de daar aanwezige voorzieningen waarvan hij toch ook profiteert. Het lid van Isselt zag graag dat de verordening werd teruggenomen. De voorzitter zegt dat het hem beter lijkt de verordening eerst te laten bestuderen door de commissie voor de ruimtelijke ordening. Het lid Roosenboom zou zijn voorstel graag in stemming brengen. Het lid Moerbeek dacht dat het juist was de zaak opnieuw te laten bestuderen in de commissie. Het lid van Wezel is eveneens van mening de verordening opnieuw en indien mogelijk op korte termijn te laten bestuderen. Het lid van Gorp heeft in de notulen omtrent het voorstel van de verordening gelezen dat de voorzitter heeft-gezegd, dat de zaak zal worden bekeken door de bril van de eigenaar. Hij vraagt of dit ook inderdaad is gebeurd. De voorzitter zegt dat het college na bestudering het bedrag dik wijls met de helft heeft verlaagd. Het lid Roosenboom wijst er op dat het oud-raadslid Haverboek destijds heeft gezegd, dat indien in de toekomst mocht blijken dat de ver ordening niet voldoet het nodig zal zijn haar nader te bekijken. Spreker gelooft dat dit moment nu juist is aangebroken. Hij gelooft wel dat de materie nu uitvoerig genoeg besproken is om een oordeel te kunnen vellen en hij acht het daarom ook verantwoord om nu reeds een beslissing te nemen omtrent zijn voorstel aangevuld met het voor stel van het lid de Keijzer.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1964 | | pagina 77