-2-
Het lid van El zakker verzoekt-, ië mcfgen spreken omtrent punt 8.
De voorzitster deelt «mede ;dat-"nogieen schriftelijke .vraag is
ingekomen vtóri fie;t"ïx:d''"vhri. Isselt,f Hoewél! deze vraag nogal laat
is ingekomen, zegt hij dat hij aan -het eind van de vergadering
zal trachten deze vraag te bVantwcfórden.
5. VOORSTEL TOT AANWIJZING VAN DE KLADSEWEG ALS VOORRANGSWEG
Het lid vah Isselt' is van mening dat het ten, opzichte van de wegen
die op de Kladseweg uitmonden zeer wenselijk is een maximumsnel
heid in te voeren van 50 km, zeker nu deze weg een voorrangsweg
is geworden.
De voorzitter^zegt dathet nu inderdaad wenselijker lijkt een
50-kilometer-limiet aan te n';rien
Het lid van Isselt attendeert het college ook op het gevaarlijke
kruispunt Vossepad-Waterstraat en merkt op dat daar vele ongelukken
.gebeuren,.
De voorzitter.zegt dat op dat punt al een snelheidsbeperking van
kracht is.
Het lid Bogers cjLacht dat aan de Kladseweg reeds een bord stond om
trent, de 50 kilometer snelheid.
De voorzitter zegt dat dit ook zo is, doch dat dit bord niet staat
bij de Kladsemolen, waar het hier eigenlijk juist om gaat.
Wethouder van Wezel licht toe dat het hier gaat om de Kladseweg
vanaf de grens van Steenbergen tot aan Lepelstraat,
De voorzitter zegt dat dit punt de aandacht heeft van het college van
burgemeester en wethouders en de wegencommissie.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van
burgemeester en wethouders besloten,
4. VOORSTEL TOT W-IJZIGIHG DER VERGOEDINGEN BRANDWEER
Het lid vanIsselt informeert of de plaatselijke ambtenaren verplicht
zijn om lid te worden van de brandweer.
De voorzitter antwoordt dat dit geen plicht is.
Het lid van Isselt staat te kijken van deze vergoedingen. Hij heeft
in de stukken kunnen lezen dat diverse grotere gemeenten zoals
Rucphen, Zundert, Oudenbosch enz. een vergoeding kennen die zelfs
kleiner is en dat mën zelfs de ontwaarding van de gulden heeft
aangegrepen om tot een geargumenteerde verhoging te komen.
De voor*zitter zegt dat niet alle gemeenten die in de stukken
Z1^n genoemd, groter zijn dan Halsteren; Oudenbosch bijvoorbeeld
is kleiner.
Het lid van Isselt stelt dat. men van iemand van de brandweer
toch niet kan zeggen dat hij winst derft, en hij vraagt zich af
waarom er alles is bijgehaald om tot een verhoging te komen.
De voorzitter licht toe dat men gelijke tred-trachtte -houden met
de algehele ontwikkeling en acht de verhoging niet onredelijk.
Hij gelooft niet dat de brandweerlieden rijk zullen worden van de
vporg.estel.de bedragen, evenmin als de raadsleden van hun regel
matig verhoogde presentiegeld.
Het lid Moerbeek wijst er op dat er meerdere gemeenten een lagere
vergoeding'hebben, doch hij-heeft gemerkt .dat sommige van deze
gemeenten naast een vaste vergoeding ook nog, een onkostenvergoe-
ding hebben;, bovendien is de verordening van Zevenbergen b.v.
van-1956 en hij meent dan- ook dat dit geen redelijk, vergelijkings
materiaal meer betreft,.
De voorzitter zegt dat het college van burgemeester en wethouders
het advies heeft opgevolgd van de br.andwe.erinsp.eetie en hij., gelooft
dat die door hun algeheel overzicht'"de vergoedingen het best
-kunnen vergelijken* -Hij- aoht- het - dan ook- de--veiligste weg dit advies
van de* braiidweerinspectie op te volgen.
Het lid' Roosenboom dacht dat men deze vergoeding kon zien als een
compensatie voor'het lage uurloon. Bij de brandweer zijn legio
mensen met een zelfstandig beroep. Deze mensen leggen er lappen
en garen aan toe. Met een vaste vergoeding is dit verlies enigs
zins gecompenseerd en hij is er van overtuigd dat dit redelijk is.