it - 7 - He voorzitter zegt dat men zich verkijkt op het woord flats. Hier worden bedoeld garages met daarop een woonlaag en beslist geem meerdere verdiepingen. T.a.v. de wijzigingen in het uitbreidingsplan merkt hij op dat ondergeschikte wijzigingen door burgemeester en wethouders kunneii worden aangebracht. Bovendien kan men niet zonder meer artikel 20 van de wederopbouwwet toepassen. Hierbij is het noodzakelijk dat de omwonenden worden aangeschreven die in de gelegenheid worden gesteld om bezwaren in te dienen. Het lid Moerbeek vestigt er de aandacht op dat déze wijzigingen echter binnen tien jaar in het uitbreidingsplan moeten zijn aangepast5 dan moet de raad dus dit later toch goedkeuren. Hij vraagt zich daarom af of het niet beter is om deze wijziging eerst in de raad te brengen zodat men later niet het gevaar loopt dat de woningen moeten worden afgebroken indien het uitbreidingsplan niet in overeenstemming met de werkelijke toestand wordt gebracht. Be voorzitter meent te mogen veronderstellen dat het lid Moerbeek geen bezwaar heeft tegen het voorstel, doch tegen de toepassing van artikel 20, wat in lespraktijk veel wordt gehanteerd, en dit is dan wel bezijden de waarheid. Het lid Moerbeek wil particulieren toch ook wel in de gelegenheid stellen van deze mogelijkheden gebruik te maken. Be voorzitter zegt dat de bouwverordening onder meer bepaalt dat woningen met minder dan vier vertrekken alleen door de gemeente of een woningbouw corporatie mogen worden gebouwd. Zou dit voor particulieren ook mogelijk zijn dan bestaat het gevaar dat de woningen bewoond gaan worden door mensen voor wie ze niet bestemd zijn. In 1s-Hertogenbosch heeft men dit ook als voorwaarde gesteld. Het is niet de bedoeling dat er een luxe woning gebouwd zal worden, c'och een woning voor een redelijke huurprijs met behulp van de door de woningwet aangewezen weg. Het lid Moerbeek zegt dat dit heel andeis klinkt dan uit het voorstel te halen is. Het lid van Isselt vraagt zich af of de realisering door de woningstichting niet ergens gevaarlijk is. Be voorzitter ontkent dit. Het lid van de Watering dacht wel dat. in het verleden voldoende is bewezen dat het verantwoord is om dit aan de woningstichting over te laten en het frappeert hem dat de verruiming van woonruimte zoveel criiiek ondervindt, juist nu dit al'leen tot strekking heeft het onder dak brengen van onze inwoners in de ruimste zin van het woord. Hij ziet in de hele zaak niets bijzonders; de onderbouw staat er en boven op deze garages wordt een woning gebouwd welke woning wordt verhuurd aan een groep met lagere inkomens. Ook aan dit soort woningen bestaat een nijpend tekort, Beze mensen kunnen geen woning kopen en komen ook niet voor een normale huurwoning of bejaarden woning in aanmerking. Hij- dacht wel dat dit daarom een efficient plan was. Het lid Moerbeek dacht niet dat er gesteld was dat deze woningen er. niet. moesten komen en hij gelooft ook wel dat men 'rustig met de woningstichting in zee kan gaan; de stichting kan nuttig werken doch zij moet ieders belang dienen; bovendien meent hij niet dat het verkeerd is dat de raad belangstelling heeft voor de vorm waarop de aanbesteding zal geschieden. 1o&

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1964 | | pagina 44