Hij ziet het als een instelling waar een aantal mensen weinig doen
om aan de kost te kernen. Nu de gemeente zelf de beschikking heeft over
een stedebouwkundigeeen technische dienst met mensen die een goed
salaris hebben en voor hun bepaalde kundigheden verantwoording
moeten durven nemen moet het toch niet nodig zijn om alle plannen
op te zenden naar welstandstoezicht. Hij ziet dit als de weg van
de minste weerstand. Er zijn zelfs plannetjes omtrent het bouwen van
een douche-cel die naar welstandstoezicht worden gestuurd; het moet
toch mogelijk zijn dat de eigen dienst zo'n plannetje beoordeeld.
Spreker is bovendien van mening dat er bij welstandstoezicht mensen
zijn die er op uit zijn om een plan zodanig te wijzigen dat zij
het zelf mooi vinden en hun zin in die richting dan ook trachten door
te drijven, Gezien de mogelijkheden op toezicht die Halsteren zich
kan verschaffen acht hij welstandstoezicht voor de gemeente overbodig.
De voorzitter merkt op dat welstandstoezicht een dienst is die
wettelijk is voorgeschreven.
Het lid Roosenboom ziet echter niet de noodzaak om kleine objecten
zoals een duivenhok naar welstandstoezicht te sturen.
De voorzitter zegt dat juist deze kleine objecten de nodige aan
dacht nodig hebben omdat zij meestal worden gebouwd zonder architect
en van oude materialen.
Wethouder van Wezel licht toe dat de plannen die met inachtneming
van het advies van Openbare Werken zijn opgesteld, door'welstands-'
toezicht 'ook meestal worden goedgekeurd.
Het lid de Kei.izer dacht vroeger ook dat het beter was om uit het
straatje van welstandstoezicht te blijven, doch hij is nu van mening
dat het een gunstig teken is dat er veel kritiek op welstandstoezicht
wordt uitgeoefend. Indien de mensen van welstandstoezicht bekend
zouden staan als goede kerels dan zou pas de zaak verkeerd zijn.
Nu de bouwplannen eerst naar welstand worden opgestuurd kan men niet
ontkennen dat de resultaten ook zichtbaar zijn. Ook hij is het niet
altijd eens met hun beslissingen doch als men heel eerlijk is zal men
die mensen toch vaak gelijk moeten geven. Hij gelooft niet dat deze
mensen er enig belang bij kunnen hebben om een of ander idee ten
koste van alles te doen doordrijven. Spreker is er van overtuigd dat
men voor zijn geld een uitstekende technische dienst heeft, doch d^L
men deze niet kan vergelijken met die van Rotterdam, waarvan de
directeur mogelijk een salaris heeft van 40,000,-- of meer.
Bovendien merkt spreker op dat welstandstoezicht slechts adviezen
geeft die voor burgemeester en wethouders niet bindend zijn.
Het Lid Moerbsek is van mening dat indien men de plaatselijke dienst
inschakelt de mogelijkheden van willekeur daarmede slechts vergroot
worden
De voorzitter zegt van mening te zijn dat men juist bij welstandstoe
zicht het best terecht kan voor deskundigheid, onpartijdigheid en
veelzijdigheid.
Het lid Roosenboom zegt dat het zijn bezwaar is dat welstandstoezicht
de zaak niet ter plaatse komt bestuderen-; zou men dit wel doen dan
is hij er van overtuigd dat de., adviezen vaak heel anders zouden
luiden.
De voorzitter zegt dat welstandstoezicht voor een ieder te spreken
is en dat de mensen;van deze dienst regelmatig de diverse gemeenten
al of niet op 'verzoek bezoeken.