Idojf
- 3 -
Een hond, die al is het ook maar even, voor waakhond wordt gebruikt
is geen plezierhond meer. Van de 450-honden waarvoor belasting wordt
betaald zijn er 300 opgegeven als bedrijfs- of waakhond. Gezien het
aantal bedrijven in de gemeente acht de voorzitter dit niet in over
eenstemming met de werkelijkheid en door middel van deze verordening,
waarbij de verschillen in de belastingbedragen minimaal zijn, is het
mogelijk de mensen aan te zetten een eerlijke opgave te doen.
Het lid Bogers vraagt zich af of het nodig is dat deze belasting
wordt verhoogd. Hij acht het beter de zaak maar te laten zoals hij
was om reden dat alles toch al zo duur wordt en men niet overal mee
omhoog dient te gaan.
De voorzitter zegt dat de verhoging van de belasting niet onlogisch is.
Het biedt een zekere bescherming aan het dier zelf. Indien te weinig
belasting wordt geheven komen er teveel honden, ook bij personen die
er niet voldoende liefhebberij in hebben.
Het lid Roosenboom vindt dat de belasting voor een loslopende hond
niet hoog genoeg kan zijn, daarentegen vindt hij acht gulden voor
een hondje dat altijd binnen zit en waarvan de gemeenschap totaal
geen last heeft onbillijk.
De voorzitter zegt dat het zeker niet de bedoeling van de verordening
is om meer opbrengst te krijgen.
Het lid van Isselt zegt dat hij het probleem van de certificaat-hond,
dat nu door de heer Roosenboom naar voren wordt gebracht, in het
verleden al eens heeft aangesneden. Toen werd zijn voorstel om de
hond die in het bezit is van een politie-certificaat van belasting
betaling uit te zonderen,door de raad niet aangenomen. Hij zou nu
opnieuw deze vrijstellingsmogelijkheid aan de raad willen voorstellen
en merkt hierbij op dat ook omliggende gemeenten deze vrijstelling
kennen.
De voorzitter kan er mee' akkoord gaan dat een vrijstellingsmogelykheid
voor de politie-certifica&t-honden wordt opgenomen en dat op aanvraag
burgemeester en wethouders deze gevallen soepel zullen behandelen.
Wethouder van Wezel vindt de vrijstellingsmogelijkheid uitsluitend
op het certificaat wel een beetje gevaarlijk. Hij vraagt zich af of
de politiB zo'n hond wel eens zal gebruiken en of hij dus wel eens
een dienst ten behoeve van de gemeenschap zal verlenen, uiteindelijk
wordt deze hond volgens hem toch uitsluitend voor.plezier gehouden.
Het lid de Keijzer ziet geen twee, doch drie groepen.van honden.Naast
de twee reeds bestaande groepen kent hij nog de honden die eigenlijk
aan niemand toebehoren. Honden die 's morgens wakker worden en de
straat optrekken om daar aan hun kostje te komen en hoewel ze toch
aan iemand toebehoren aan deze hond geen enkele aandacht of verzorging
wordt geschonken; deze honden zou hij graag ex&ra zwaar willen
belasten.Hij vraagt of de wet hiertoe mogelijkheden biedt.
De secretaris deelt desgevraagd mede dat de gemeentewet slechts 2
categoriën kent, Indien de mogelijkheid aanwezig zou zijn dan zou
het z.i. practisch onuitvoerbaar zijn.
Het lid Moerbeek vindt de nieuwe verordening wel billijk. Hij dacht
dat nu het verschil in belasting tussen de beide soorten honden bi.>.^
is opgeheven de mensen niet zo snal~meer aanleiding zullen vinden
om hun hond vast te leggen. Het heffen van geen of te weinig honden
belasting zou als gevolg hebben dat er teveel honden kom«n, die de
zaken bevuilen en vernielen en hij dacht wel dat daarom de honden
belasting mogelijk is gemaakt.