sectorT.
-12-1
_i-_ Het lid Moerbeek vraagt zich af of de gemeente nog wel zeggenschap
heeft bij de toewijzing van-woningen.
He voorzitter zegt dat deze aangelegenheid ingevolge de bepalingen
van de woonruimtewet uiteindelijk bij burgemeester en wethouders
blijft.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van
burgemeester en wethouders besloten.
16.VOORSTEL TOT HET VERLENEN VAN MACHTIGING VOOR HET A..NGR^N VaN
KASGELHLERINGEN
Het lid van Elzakker vraagt of het niet mogelijk is deze leningen
voor langer dan een jaar aan te gaan cm zodoende voor het tweede
en eventueel volgende jaar de 1/8 bemiddelingskosten uit te
sparen.
De voorzitter meent dat, hoewel de geldmarkt niet is te overzien, er
een redelijke hoop bestaat dat deze over een jaar iets beter zal
zijn.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van
burgemeester en wethouders besloten,
17.VOORSTEL TOT VASTSTELLING GARANTIEREGELING WONINGBOUW VRIJE
Het lid van Elzakker juicht het voorstel van harte toe.
Hoewel de kans bestaat dat het besluit evenals in i960 en 1961
niet door Gedeputeerde Staten zal worden goedgekeurd hoopt hij
dat dit besluit de goedkeuring vel zal verkrijgen. Overigens is
hij zeer blij dat wederom wordt gepoogd om tot deze garantieregeling
te komen,
He voorzitter zegt dat er nu een nieuwe minister van volkshuisvesting
en bouwnijverheid is, die mogelijk een andere kijk op de zaak heeft.
Het lid de Keijzer ziet ergens een leemte omdat de bank niet bereid
is een overeenkomstige lening te verstrekken.Hij kan hieruit de
conclusie trekken dat een Bogaersbungalow voor de bank waarschijnlijk
geen 20.000 waard is.
Hij zag graag dat alle gevallen van garantielevering stuk voor
stuk door de raad werden bekeken en mocht men tot garantie verlening
overgaan er dan bij te bedingen dat de eerste jaren extra werd
afgelost. Dit alles om reden dat eens de top moet zijn bereikt
en het lijkt hem dat deze top niet ver meer weg is indien hij al
niet bereikt is. Als dan de huizen in waarde gaan dalen dan zit
de gemeente in het schip. Bovendien is hij niet erg gesteld op de
bouw van de z.g.Bogaersbungalows. Hij vreest dat deze woningen straks
niet meer zullen voldoen aan de eisen van de tijd, en daarom vindt
hij het bouwen daarvan maar een schijnoplossing. Gevaar zou er voor
de gemeente niet inzitten als de woningen hun waarde zuuden behouden,
doch hij veronderstelt dat indien een gezonde concurrentie tot de
mogelijkheden gaat behoren de woningen en de huren goedkoper zullen
worden.
De voorzitter is het met het lid de Keijzer eens dat er risico is,
doch dat daarom ook een regeling wordt getroffen, bovendien be
twijfelt hij het of versterkt aflossen mogelijk is.
Wethouder van de Watering meent dat de sociale strekking van dit
voorstel over het hoofd wordt gezien. Indien de gemeente de geld
lening niet garandeert dan krijgt betrokkene geen geld van de
bank en dus ook geen woning. Mogelijk zit hij dan nog verder in de
put. Dit alleen is voor de kleinere man de gelegenheid om te kunnen
bouwen.