-11-
15.VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN HET TOTAAL DER VERGOEDINGEN EN DER
VOOR VERGOEDING IN unNMERKING KOMENDE UITGAVEN VaN DE BIJZONDERE
SCHOLEN VOOR LAGER ONDERWIJS IN DE GEMEENTE HALSTEREN OVER DE
JHREN 1958 TOT EN MET 1965.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester
en wethouders besloten.
14.VOORSTEL TOT VERHOGING V..N HET VERZEKERDE BEDRAG- BIJ DE FRAUD-
RISICO ONDERLINGE VAN GEMEENTEN (F.O.G.) EN AANPASSING INSTRUCTIE
GEMEENTE-ONTVANGER.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burge
meester en wethouders besloten.
15.VOORSTEL TOT OVERDRACHT VAN WONINGWETWONINGEN AAN DE WONINGSTICHTING.
Het lid van Elzakker veronderstelt dat de tien procent verkregen
uit de risicoreserve in de huur zal worden doorberekend.Hij mag
toch wel aannemen dat dit geen indirecte subsidie betreft?
De voorzitter antwoordt dat deze tien procent voor de exploitatie
opzet van weinig betekenis zijn; het is louter een geval van finan
ciering. Waar het geld vandaan komt is op generlei manier van
invloed op de huur. De tien procent uit het risicofonds, welk fonds
wordt gevormd door 7$ van de huren in dit fonds te storten, kan
in de exploitatieopzet beschouwd worden-als een lenihg.
Het lid van Isselt heeft groot bezwaar tegen verlening van deze
10$ uit de risicoreserve. Hij kan zich een geval indenken dat een
complex woningen 12 jaar bestaat; tien jaar lang is een woning
bewoond door een groot gezin; deze woning is dan ver uitgewoond.
Als er nu nieuwe bewoners inkomen dan zal de woning eerst terdege
opgeknapt moeten worden en waar haalt men dan het geld vandaan?
Hij zag liever dat het geld tijdelijk werd geleend en dat na de
realisering het geld terug aan de gemeente werd overgedragen.
De secretaris licht toe dat deze risicoreserve niet wordt gebruikt
om normaal onderhoud te bekostigen, doch zijn bestemd voor onder
houdswerken van grotere omvang.
Het lid van Isselt informeert of er nu echter nog wel geld zal zijn
voor een of ander bijzonder geval van onderhoud.
De voorzitter zegt dat hiervoor axxijcL wel geld aanwezig is.
De secretaris merkt op dat deze tien procent niet in haar geld op
tafel komt; he't geld is dus niet kwijt; de reserves blijven precies
in tact zoals ze zijn, doch worden voor 50$ voor de financiering
van woningen gebruikt.
Het lid Moerbeek vraagt of het de bedoeling is dat de stichting
de complexen in beheer houdt en dat ook de rest van de complexen
geleidelijk naar de stichting wordt overgeheveld.
De voorzitter zegt dat dit wel een streven is dat door de minister
wordt bevorderd, omdat het bouwen van woningen geen specifieke
overheidstaak is.
Het lid Moerbeek vraagt of de gemeente zeggenschap blijft hebben
omtrent de woningen van de stichting.
Wethouder van de Watering zegt dat de woningstichting verantwoording
aan de gemeente moet afleggen door middel van een beredeneerd
verslag en dat de gemeente ook is afgevaardigd in de stichting.
Het lid van Isselt informeert of de gemeente bij b.v. verkoop van
woningen nog iets te zeggen heoft.
De voorzitter antwoordt dat de stichting bij de oprichting richt
lijnen zijn gegeven, dacr staat o.a. in dat geen vervreemding
zonder toestemming mag plaats hebben.