2.6-j -7- De voorzitter zegt toe te zullen laten bekijken of de functiebeschrij ving van de man mogelijk niet juist meer is. Hoofdstuk XIV Het lid Roosenboom zegt dat er in de gascommissie is beweerd dat door de opzichter van het gasbedrijf meer telefoonkosten worden gemaakt dan hij vergoed krijgt. n De voorzitter zegt dat dit in de toekomst wellicht geen aanleiding tot moeilijkheden meer zal geven, aangezien hij in "De Beek" de beschikking krijgt over een appartement. Het lid Roosenboom merkt op dat de kosten dan toch door de gemeente be taald moeten worden en hij vraagt zich af of het dan zo1n wezenlijk verschil maakt vanwaar er gebeld wordt. Het lid Moerbeek is de mening toegedaan dat als deze man aan kan tonen dat hij buiten diensttijd veel moet bellen er een uitzondering gemaakt moet worden; overigens dacht hij dat voor het gevoteerde bedrag toch ruim getelefoneerd kon worden. Het lid de Keijzer zegt dat de opzichter, die ergens toch weer geen opzichter is, weinig op de Beek zal zijn, doch veelvuldig buiten en in zi-m werkplaats. Hij kan zich indenken dat het nodig is dat er doo- hem soms veelvuldig gebeld moet worden en hij zag niet graag dat betrokkene er geld bij moet gaan leggen. Mochten de anderen ook tekor komen en kunnen ze dit ook aan tonen dan moet ook bij de anderen bijbe taald worden. Wethouder van Wezel licht toe dat de opzichter in het begin inderdaad is geschrokken; hij was toen echter nog niet op de hoogte van de geldenae regeling. Indien hij zijn bijzondere noodzakelijke kosten kan aan tonen dan worden ze ook vergoed. Men moet er echter voor waken het bedrag zonder meer te doen verhogen. Betrokkene werkt nauw samen met Swagemakers en komt dientengevolge minstens een maal per dag op de Beek en daar kan hij dan ook de telefoon gebruiken. Zouden we het bedrag verhogen dan zal men ook de vergoedingen van de andere ambtenaren op nieuw moeten gaan bekijken. Hij wijst er echter op dat men geen moeilijkheden met de opzichter meer heeft gehad toen hij van de beo ,aatk - regeling op de hoogte was gesteld. Het lid Roosenboom zou nu, op het eind van de behandeling van de be groting, nog graag een discussie uitlokken omtrent het regionale woningbouwplan. Van het hele plan is nog niets uitgekomen en 19&4 is zo goed als voorbij. Als er nog lang gewacht moet worden dan zou hij willen voorstellen om van het plan af te zien en te trachten zelf te gaan bouwen. Destijds is gezegd dat in september of oktober gestart zou worden, maar nu in december is er nog geen schop m de grond gestoken. Het lid van Elzakker is niet verbaasd omtrent de gang van zaken; hij heeft altijd verkondigd dat het zou mislopen; 19^4 is men kwijt en dat is niet meer in te halen. Hij is het È>ensmet het lid Roosenboom en zag graag dat er een ultimatum werd gesteld. Op een gestelde datum moet begonnen worden, zo niet dan wordt teruggetrokken uit de regionale woningbouw. Hij gelooft dat ook hier het spreekwoord geldt; Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald". Het lid de Keijzer wijst er op dat men alvorens uit te treden uit de regionale woningbouw er wel van overtuigd moet zijn dat men de huizen zelf wel gebouwd kan krijgen, anders zijn we nog verder van huis. Hij is het eens met het lid van Elzakker dat dit contingent niet meer in te halen is, daarnaast stelt hij voor de zaak serieus te bekijken of men een oplossing kan vinden het plan zelf te doen slagen. De aan nemers van Halsteren zouden b.v. geinformeerd kunnen worden of zij genegen zijn voor de bepaalde prijs te bouwen Spreker voelt m principe wel voor uittreden, doch zou dan allereerst zekerheid willen hebben dat men zelf wel aan de gang kan gaan,

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1964 | | pagina 107