z^r
-6-
Begroting gemeentelijke instelling voor maatschappelijke^zorg
Hoofdstuk III - 19
Het lid van der Kreeke heeft opgemerkt dat er voor inkomsten een be
drag staat van 2.701,20 en voor uitgaven een bedrag van 2.580,--.
Hij vraagt zich af of de gemeente meer ontvangt dan zij voor deze
post uitgeeft.
Wethouder van de V/atering licht toe dat dit verband kan houden met
de verhoging van de A.O.W. De inkomsten zijn mogelijk dus verhoogd
terwijl de verpleegprijzen mogelijk pas later zullen stijgen. Het
volgend boekjaar zal dan echter blijken dat het teveel betaalde is
gerestitueerd.
Gemeentebegroting Algemene Dienst
Hoofdstuk II nr.98
Het lid Roosenboom merkt op dat de raad altijd een excursie houdt buiten
de gemeente; hij acht het echter wenselijk dat de raadsleden ook eens
b.v. elk jaar, een excursie houden binnen de eigen gemeente, en hij
denkt daarbij aan b.v. verenigingsgebouw Lepelstraat, sportpark en
toekomstige uitbreidingsplannen.
De voorzitter zegt dat het idee van het lid Roosenboom het overwegen
waard is en adviseert het lid Roosenboom een dagprogramma samen te
stellen om dit aan de raad te kunnen overleggen.
Hoofdstuk VI nr.288
Het lid van Isselt informeert welke wegen er in 19^5 verhard worden.
Wethouder van Wezel licht toe dat dit de wegen zijn die lopen richting
Halsters Laag en veiling en tussen Schansbaan en Laagweg zal het ge
bied door verharding van wegen worden ontsloten.
Het lid van Isselt protesteert er met klem tegen dat aan het gebied
rondom en voorbij Frijters een andere bestemming wordt gegeven in het
uitbreidingsplan.
De voorzitter zegt dat men destijds van deze bezwaren van het lid van
Isselt heeft kennis genomen en dat hij dat te zijner tijd wanneer
dit aan de orde komt wederom kan doen.
De voorzitter licht toe dat de mogelijkheid niet is uitgesloten, dat
in de toekomst het grondgebied van Lepelstraat met Wouw zal worden
verbonden door middel van een verbindingsweg door het Laag welke
met subsidie zal worden verhard.
Het lid van Isselt hoopt dat hieraan voortvarend zal worden gewerkt.
Hoofdstuk VI nr. 272.00
Het lid Roosenboom merkt aangaande de kleding- en rijwielvergoeding
op dat vorig jaar de toezegging is gedaan deze zaak nader te be
schouwen. Het gaat hem om vijf mensen van de technische dienst,
waarvan er een in een auto rijdt en vier mensen op een bromfiets.
De tekenaar steekt wel af met zijn vergoeding, terwijl deze persoon
toch tevens is belast met het bouwtoezicht en daarom veel gebruik
moet maken van zijn brommer. Spreker zag graag dat de vier mensen
met een brommer een gelijke vergoeding kregen. Hij hoopt dat deze
zaak nogmaals en dan serieus zal worden bekaken.
De voorzitter gelooft niet dat de functie van de man wezenlijk is
veranderd en in hoofdzaak tekenaar is.
Het lid de Keijzer is van mening dat men een tekenaar te
kort komt omdat deze man regelmatig op de weg zit om de bouwwerken
te controleren.