-4- op het lid de Keijzer 2 stemmen, op het lid Bogers 1 stem, op het lid Haverhoek 1 stem en op het lid Heijligers 1 stem. De voorzitter zegt dat door de uitslag van deze stemming als lid van de commissie tot onderzoek van de rekening zijn benoemd de leden van Gorp en Moerbeek.Er dient nu nog een tweede vrije stemming - gehouden te worden.Hierna wordt tot stemming overgegaan.Uitgebracht 13 stemmen, waarvan zijn uitgebracht op het lid Roosenboom 9 stemmen, op het lid van der Weegen 3 stemmen s.n op het lid Schetters 1 stem. De voorzitter .zegt dat door de uitslag van deze stemming als lid van de commissie tot onderzoek van de rekening ook het lid Roosenboom is benoemd. 3. VOORSTEL TOT ONTEIGENING VAN ONGEBOUWDE EIGENDOMMEN Het lid Roosenboom zegt dat hij bij het doorlezen van de stukken het bezwaarschrift van de heer van den Eijnden is tegen gekomen.Hij vindt dit bezwaarschrift waardeloos,Hier worden land- en tuinbouwgronden onteigend,De heer van den Eijnden verkoopt echter zijn gronden aan partióulieren.Dit vindt deze landbouwer geen bezwaarSpreker heeft alle respect voor het bezwaarschrift doch hij vindt het niet steek houdend en het is volgens hem dus waardeloosOverigens is het de man zijn goed recht. Het lid Moerbeek kan genoemd bezwaarschrift niet waardeloos noemen. Het betreft hier een jonge landbouwer met een jong gezin en deze man moet protesteren,Dit is dus het goed recht van deze man,Volgens /het spreker was het/gunstigst wanneer men tot een minnelijke schikking kon komen,Het is echter de plicht van deze landbouwer tegenover zijn bedrijf en zijn gezin een bemwaarschrift in te dienen,Spreker vindt derhalve het protest niet waardeloos. Het lid van Wezel kan dit alles zeer goed begrijpen,Er zit evenwel nog een ander aspect aan deze zaak, maar dit kan hij in de raad nu niet mededelen. Het lid Moerbeek is van mening dat deze landbouwer geprobeerd heeft iets meer van zijn grond te krijgen. Of dit getolereerd moet worden is een andero kwestie. Hij zag deze aangelegenheid graag door minnelijke schikking opgelost. Het lid van Isselt vindt onteigening altijd een gemeen ding.Genoemde persoon heeft nu een bezwaarschrift ingediend en deze man heeft ook gronden voor een redelijke prijs verkocht,De heer van den Eijnden schrijft over -§■ ha. grond, die hij in pacht heeft.Moet daar niet over gepraat worden? Over het gehele stuk dat ont. eigend wordt spreekt men namelijk in het voorstel. De voorzitter antwoordt dat dit gedeelte ook op de lijst van te onteigenen gronden staat, maar dat hiervoor geen bezwaar is ingediend Het lid Haverhoek wilde r-.ich scharen bij degenen, die zeggen dat het bezwaarschrift het goede recht en de plicht van genoemde landbouwer is, doch hij kan de houding van deze man niet waarderen. Het lid Roosenboom zegt dat hij bedoelde dat de argumenten, in het bezwaarschrift aangehaald, waardeloos waren.Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van burgemeester en wet houders besloten. 4. VOORSTEL TOT HET INDIENEN VAN EEN BEROEPSCHRIFT BIJ GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD-BRABANT TEGEN HET DOOR DE RAAD VAN BERGEN OP ZOOM VASTGESTELDE UITBREIDINGSPLAN "MEILUST" De voorzitter zegt dat de motieven waarom wij bezwaar hebben tegen deze gang van zaken U in grote lijnen wel bekend zijn. Een klein voor beeld van tot welke consequenties gebrek aan overleg kan leiden wil ik U nochthans niet onthouden.Het zal D bekend zijn dat het gemeente bestuur er naar streeft om .een goede verbinding te krijgen van het Halsters tuinbouw-gebied met de Bergse veiling.De meest practische oplossing daarvoor zou zijn: verharding en verbetering van de be staande verbinding. Alvorens concrete plannen te ontwerpen hebben wij ons in verbinding gesteld met. de. cultuur-technische dienst over een eventuele subsidies deze werd in principe toegezegd.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1963 | | pagina 64