-4-
Het lid van de Watering zegt,'dat dit inderdaad de verbetering van de
W.Cbetreft. Hiervoor krijgt men maximaal 150,--.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van
burgemeester en wethouders besloten.
3e wijziging der gemeentebegroting }9§3_
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester
en wethouders besloten.
4e wijziging der gemeentebegroting 1963
Het lid Heijligers zegt, dat er hier aandacht is geschonken aan de
bejaarden van Lepelstraat. De bejaardensociëteit heeft zelfs nog meer
gekregen dan zij heeft gevraagd en hierover is spreker zeer verheugd.
De voorzitter antwoordt, dat de bejaarden van Lepelstraat gelijk
gesteld zijn met de bejaarden van Halsteren.
Het lid Moerbeek is van mening, dat er door het college van burge
meester en wethouders een kleine fout gemaakt is. In het voorstel
leest spreker, dat de bond voor bejaarden van Halsteren jaarlijks
een subsidie van 300?-- ontvangt. Hieronder valt dan ook Lepelstraat
wijl deze bond zowel Halsteren als Lepelstraat omvat. Het werkterrein
van de bond is dus veel groter.
De voorzitter antwoordt, dat bij de bond van bejaarden te Halsteren
blijkt, dat men percé lid moet zijn van deze bond alvorens van de
ontspanningsmogelijkheden gebruik te mogen maken. In Lepelstraat heeft
men nu een bejaardensociëteit en deze wordt zeer druk bezocht. Deze
bejaardensociëteit heeft nu om subsidie gevraagd en men heeft gemeend
de bejaarden van Halsteren en Lepelstraat een gelijke subsidie te
geven.
Het lid Bogers beaamt dat er inderdaad druk gebruik wordt gemaakt
van de bejaardensociëteit te Lepelstraat en de bejaarden hebbem het
daar zeer naar hun zin.
Het lid Moerbeek dacht toch, dat er een fout gemaakt was. Hij dacht,
dat de bejaardenbond zowel de bejaarden van Halsteren als van Lepel
straat bevat. Het-ligt nu toch wel anders. Hij wil geenszins atten
deren tegen het verlenen van deze subsidie.
Het lid van Isselt kan de gedachtengang van het lid Moerbeek wel
volgen. Het betreft hier eigenlijk de bejaarden van Halsteren en
Lepelstraat. Hij vraagt zich af of het college van gedeputeerde
staten dit alles zo wel goed zal keuren.
Het lid van de Watering licht toe, dat het hier gaat om 2 ontspanning^
en ontmoetingscentra. In Halsteren wordt deze geëxploiteerd door de
bejaardenbond en in Lepelstraat door het parochiëel sociaal charita
tief centrum. Het komt nu echter hierop neer, dat de bejaardenbond in
Lepelstraat ruimer werkt dan die in Halsteren. Hij vindt het persoon
lijk jammer, dat dit in Halsteren, ook niet het geval is. In Lepelstraat
werkt de bejaardensociëteit voorbeeldig goed en de goedkeuring is z.i.
wel te halen bij gedeputeerde staten.
Het lid Haverhoek is van mening, dat men bij dergelijke kwesties een
woordspeling zou kunnen toepassen, namelijk het dorp Halsteren en
het kerkdorp Lepelstraat apart.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming' conform het voorstel van
burgemeester en wethouders besloten.
De voorzitter zegt, dat nu de vragen van de leden van de raad aan
gaande punt 2 van de agenda behandeld zullen worden.
Het lid Moerbeek zegt, dat bij punt 3 van de ingekomen stukken en
mededelingen een afwijzend standpunt wordt ingenomen. Er is nu een'
commissie ruimtelijke ordening en deze geldt toch zeker wel voor
Lepelstraat. Lepelstraat is altijd als een zwak punt geweest. Hij wilde