(13 De verordening is meer bedoeld als een waarschuwing. De mensen weten nu bij voorbaat wat de mogelijkheden zijn en wat voor moeilijk heden zij nog tegen kunnen komen. Het in het leven roepen van deze verordening is hoofdzakelijk een gevolg van het plan^ Konijnenberg wac~r alles aan het particulie-r initiatief wordt overgelaten waardoor deze verordening onmisbaar is. Het lid Moerbeek vraagt wat een bijzonder geval is, bedoeld in artikel 4 onder 2 en voor wie de zaak het voordeligst zal worden bekeken, de grondbezitter of de gemeente. De voorzitter zegt dat men altijd zal proberen de zaak zoveel mogelijk te bekijken door de bril van de eigenaar. Een vaste regeling treffen is hier echter ook weer onhandig. Of er inderdaad sprake is van een bijzonder geval zal beoordeeld worden door burgemeester en wethouders. Vervolgens vindt het lid Moerbeek de inhoud van artikel 9 onbillijk omdat het hier geen betaling betreft voor de in een bepaald project ge dane uitgaven. Hij dacht dat hiermede de nieuwe mensen zwaarder belast worden dan de oude ingezetene omdat de grond die de gemeente nu uit gaat geven met één gulden zal worden verhoogd. De voorzitter zegt dat die ene gulden al in de kostprijs is opgenomen, alleen weet de betaler niet waarvoor hij betaalt. Baatbelastingen zijn hu eenmaal onsympathiek. In het verleden zijn ze weinig geheven. Maar het zou wel onbillijk zijn om de een wel te laten betalen en de ander niet en daarom heeft men gemeend de zaak zoveel mogelijk gelijk te moeten trekken. Het lid van Elzakker informeert of de betaalde 500aan waarborgsom wordt terugbetaald indien het plan wordt verwezenlijkt. De voorzitter zegt dat artikel tien, lid 5 regelt wanneer de waarborg som vervalt maar teruggaaf regel zal zijn indien de bouwgrond wordt geëxploiteerd. Het lid de Keijzer veronderstelt dat ingevolge de bepalingen van artikel 5 de medewerking niet zal worden geweigerd indien in een goedgekeurd uitbreidingsplan de gemeente nog niet heeft gezorgd voor de aanleg van wegen. De voorzitter zegt dat de medewerking dan toch wel geweigerd zal worden omdat dit een kwestie zal zijn van overmacht. Men moet er echter vanuit gaan dat te goeder trouw zal worden gehandeld. Met deze bepaling kan echter worden voorkomen dat achter in een terrein ergens een woning wordt neergezet. Het lid de Keijzer zag graag dat de oude gedeelten buiten beschouwing werden gelaten omdat daar niet veel meer gebouwd zal worden en is het ook niet helemaal eens met artikel 9 van de verordening. De voorzitter antwoordt dat de verordening zelden zal worden toegepast, indien een enkele woning, in de Dorpsstraat wordt gebouwd. Het lid Haverhoek zegt dat er een tijd zal komen dat de gemeente in toe nemende mate via belastingheffing aan zijn inkomsten zal moeten komen en niet zijn inkomsten practisch uitsluitend zal ontvangen uit het gemeentefondsHoewel deze verordening is opgebouwd naar billijkheid en recht meent hij toch dat, met het oog op het nieuwe belastingstelsel, deze verordening wellicht onvolledig zal blijken en alsdan wijziging zal behoeven.De financien zullen er toch moeten komen. De grote lijnen van deze verordening kan hij onderschrijven, doch mocht in de toekomst blijken dat in de verordening onbillijkheden schuilen dan zal de raad deze verordening moeten wijzigen. De voorzitter antwoordt dat het nieuwe belastingstelsel voor de gemeente nog ver weg is en dat het altijd mógelijk zal zijn deze verordening te wijzigen. Hij wijst er echter nogmaals op dat in hoofdzaak van deze verordening een preventieve werking zal uitgaan. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van bur gemeester en wethouders besloten.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1963 | | pagina 47