VOORSTEL TOT AANKOOP GROND (ZANDPUT)
Het lid Roosenboom veronderstelt, dat het zand nodig is bij strooien
in de winter en bij. herstelwerkzaamheden aan bestrating. Aangezien
;deze grond is gelegen in het uitbreidingsplan hoopt hij, dat met deze
put niet hetzelfde zal gebeuren als met de put van van Dijck-Petit,
die tot ongeveer drie meter werd uitgegraven en daarna met vuil werd
volgegooid. Hiermee doet- men de woningbouw geen voordeel doch men
doet ze wel een strop aan. Huisvuil-opvulling is nu eenmaal geen
ideale bouwgrond.
De voorzitter antwoordt, dat het juist gunstig is, dat de grond in
het uitbreidingsplan is gelegen omdat de hoge koppen er bij het bouw-
rijpmaken af gehaald zullen worden en kunnen worden gebruikt om de
zandput te dichten.
Het lid van der Weegen informeert of de grond allemaal bruikbaar is en
of er onk proefboringen zijn verricht.
De voorzitter zegt,1 dat hier een voorraad is van 15.000 m3 bruikbaar
zand en dat er inderdaad boringen zijn gedaan.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van
burgemeester en wethouders besloten over te gaan tot het aankopen van
een perceel grond voor het afgraven van zand.
VOORSTEL TOT HET VERLENEN VAN ZEKERHEID
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemees
ter en wethouders besloten.
VOORSTEL WIJZIGING AMBTENARENREGLEMENT EN WACHTGELDREGELING
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester
en wethouders besloten.
VOORSTEL TOT HET VERLENEN VAN EEN VOORSCHOT.OP DE EXPLOITATIEVERGOEDING
PER LOKAAL EN PER KLEUTER VOOR DE CHRISTELIJKE NATIONALE KLEUTERSCHOOL""
VOOR 1965
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester
en wethouders besloten.
VOORSTEL TOT HET VERLENEN VAN MEDEWERKING INGEVOLGE ARTIKEL 50 VAN DE
KLEUTERONDERWIJSWET TEN BEHOEVE VAN DE ST MAARTEN KLEUTERSCHOOL EN
BESCHIKBAARSTELLING KREDIET
Het lid Haverhoek vindt het een opvallend verschijnsel, dat de raad
hier moet gaan oordelen over de aanschaf van een verwarming, die in
plaats van na de geplande 20 jaar reeds na 8 jaar vernieuwd moet
worden. Hij vraagt zich o.a. af of er een deskundige is, die omtrent
het stoken voorlichting geeft, of er toezicht is op het stoken van
de verwarming en of er sprake is van garantie op de nieuwe ketel.
De voorzitter merkt op, dat de raad slechts een krediet heeft uit te
trekken. Voor wat betreft het toezicht op het stoken deelt hij mede,
dat zoiets niet van de raad maar van het schoolbestuur moet uitgaan;
het schoolbestuur heeft hierbij wel degelijk een groot belang want
4/20 van de kosten komen voor rekening van het. schoolbestuur. Overi
gens ligt het in het voornemen onze eigen mensen naar de oude ver
warming te laten kijken en er is Op aangedrongen bij het schoolbe
stuur om niet met êSn offerte te volstaan. De garantie is zoals hij
wordt voorgeschreven door de Bond van Verwarmingsinstallateurs en
men heeft die maar mee te nemeh zoals die is gesteld.
Het lid Moerbeek heeft gezien, dat de termijn van afschrijving op
twintig jaar was gesteld en dat men daar nu in werkelijkheid ver
beneden blijft. Hij vraagt zich af of deze termijn niet te hoog is