h
-3-
I-Iet lid Roosenboom zegt, dat het lid de Keijzer mogelijk niet duide-
liik genÖ7r is geweest wat betreft de vrije dagsluiting. Hij zegt,
dat hun groep niet voor de verplichte woenedagfiddagsluiting
Hat lid Moerbeek vindt dit een lichtpunt. Hij vindt dat het iiü
Haverhoek"dëzlT~materie zeer scherp heeft gesteld en wijst op de wette
lijk verkregen rechten ten aanzien van de openstelling op zondag.
De voorzitter concludeert, dat men voor de zondagssluiting is. Men
moet echter wel even bij deze regeling stilstaan. Men wil uitzon e-
ringen gaan maken en deze moet men eerst even bestuderen, v/anneer
men uitzonderingen gaat maken wordt dit alles zeer moeilijk.
Het lid de Kei.jzer antwoordt, dat in de gemeente Bergen op Zoom
bijvoorbeeld de sigarenwinkels zondags open zijn. In Halsteren verkopen
bijna alle winkels sigaren. De winkel van Jansen is echter een
speciale sigarenzaak en zo een winkel wilde hij zondags openlaten.
Men zou kunnen overwegen ook een drogisterij open te laten. e
winkeliers worden het onder elkaar echter niet eens en het blijft
zodoende touwtje trekken. Hij wil aan het voorstel vasthouden om
per 1 juli 1963 tot sluiting te komen.
De voorzitter acht het niet juist nu een besluit te nemen voor het
geen nu nog niet uitvoerbaar is.
Het lid de Keijzer zegt, dat men het gemoed vaak meer moet la en
spreken dan het verstand in deze dorpspolitiek. Hij dacht dat in de
wet vermeld was, dat sluiting mogelijk was met uitzondering van speci-
aliteitszaken. Over deze kwestie is al zeer veel gepraat, men moet
nu tot een oplossing komen. De mensen zullen zich hier echt wel bij
neerleggen want zij verlangen zelf ook wel naar rust op zondag. Ook
het personeel, dat bij de winkeliers in dienst is, verlangt naar
een vrije zondag.
De voorzitter vindt het onderscheid tussen een winkel, welke artikelen
verkoopt""voor alle dag en een winkel voor recreatieve doeleinden,
zeer moeilijk.
Het lid de Keijzer ziet niet in waarom dit in Halsteren zo moeilijk
is en in andere gemeenten niet. Halsteren is toch geen bijzondere
gemeente.
De voorzitter heeft geen bezwaar tegen het motief van recreatie en
ook"niet tegen het motief van bescherming van de middenstander.
Het lid de Keijzer zegt, dat de wet toch de mogelijkheid in deze^
opent. Deze wet geldt toch ook voor het gehele land. Hij vindt, dat
er nu maar eens een eind aan deze kwestie moet komen.
Het lid Moerbeek zegt, dat een vertegenwoordiger van de Kamer van
Koophandel en Fabrieken heeft gezegd, dat men zijn verkregen recht
niet gemakkelijk prijs moet geven. Dit werd uitdrukkelijk gesteld.
De persoonlijke mening van deze vertegenwoordiger was evenwel, dat
hij niet graag zondags in de winkel zou staan.
Het lid Bogers informeert of er in deze geen ander middel is. Men
zou' bijvoorbeeld de winkeliers hun gedachten eens kunnen vragen.
De voorzitter antwoordt, dat dit zeer moeilijk
Het lid Roosenboom zegt, dat bij een gehouden enquete 37 personen
niet hebben gereageerd en 36 personen wel hebben gereageerd, waarvan
de meerderheid voor sluiting was.
Het lid Moerbeek merkt op, dat de Kamer van Koophandel en Fabrieken
zegt, dat er een meerderheid van 75^ moet zijn verkregen bij een
enquête voor al of niet sluiting.
Het lid van Isselt zegt, dat er nu steeds wordt gesproken over de
middenstand. Hij vraagt hoe de verbruiker over deze kwestie denkt.
Hij maakt dit duidelijk met een voorbeeld van een pakje shag. Zijn
echtgenote gaat woensdagmiddags niet om shag maar wel op de zondag
morgen omdat dan de winkel open is. De mensen zijn niet tegen wmke
sluiting.