GEMEENTE
HALSTEREN
VERZONDEN 2 7 SER 1962
K
NOTULEN van de openbare vergadering van de raad der gemeente Halsteren
gehouden op dinsdag 4 september 1962 te 20.30 uur ten gemeentehuizen.
AANWEZIG: Voorzitter: G.Haverhoek, loco-burgemeester
Secretaris: J. van Elzakker
Leden G.J.M.H. Bogers, M. van Elzakker,
J.A. van Gorp, CJ.Heijligers
G.A. van Isselt, C.J.de Keijzer,
M.P.C.Moerbeek, A.P.P.Roosenboom,
J.SchettersP.van dc Watering,
A.J.H.van der Weegen en J.P.M.
van Wezel.
AGENDA
1Beëdiging raadsleden
2. Benoeming wethouders
3. Ingekomen stukken
4. Benoeming 2 raadsleden voor de Commissie van Bijstand voor het
Gemeentelijk Gasbedrijf
5. Benoeming 3 raadsleden voor de Wegencommissie
6. Benoeming 2 raadsleden voor de Commissie van Bijstand inzake de
Gemeentelijke Bad- en Zwemgelegenheid
7. Benoeming 2 raadsleden voor de Commissie van Advies inzake het
Gemeentelijk Studiefonds
8. Benoeming 1 raadslid voor het Algemeen Bestuur van de Gemeentelijke
Instelling voor Maatschappelijke Zorg
9. Benoeming 1 raadslid voor de Commissie van Toezicht en Advies voor
het Volkskredietwezen
10. Benoeming 1 raadslid voor het Bestuur van de Stichting Sportpark
(Raad van Beheer).
OPENING
De voorzitter opent de vergadering met het gebruikelijke gebed.
He voorzitter spreekt de raadsleden, alvorens met punt 1 der agenda
te beginnen als volgt toe: "Heren leden van de raad, oppervlakkig bekeken
zult u het een vreemd aanzicht vinden mij hier als voorzitter van de
vergadering te zien zitten. Dit kon echter momenteel niemand anders zijn,
daar dit in de gemeentewet is voorgeschreven. Door omstandigheden hebben
wij momenteel geen burgemeester, terwijl de wethouders nog gekozen moeten
worden. De gemeentewet zegt nu dat in dat geval het oudste lid van de
raad in jaren de vergadering moet leiden. Hij vraagt de leden van de raad
echter clementie te betrachten, daar het leiden van een raadsvergadering
vooral in dit geval geen eenvoudige zaak is. Hij wilde daarom de mede
werking van de raadsleden inroepen.
1BEËDIGING RAADSLEDEN
De voorzitter licht tóe, dat de af te leggen eed gesplitst is in twee
delen namelijk: a. de zuiveringseed en b. de ambtseed. Hij zegt, dat
hij allereerst zelf de eed zal afleggen en vervolgens het rijtje der
raadsleden zal afgaan.Hij informeert of iemand van de raadsleden be
zwaar heeft de eed af te leggen.
Hierna legt eerst de voorzitter in handen van zichzelf de zuiveringseed
en de ambtseed af terwijl de overige raadsleden daarna in handen van
de voorzitter de zuiveringseed en ambtseed afleggen.