De voorzitter is het er hiermee eens, Het Verenigingsgebouw moet nader tot"de mensen worden gebracht en door de zitting van enkele raadsleden moet er opbouwend doch volstrekt geen afbrekend werk worden verricht. Het lid Haverhoek wilde namens zijn groep zijn dank betuigen voor de duidelijkheid van de opstelling der begroting. Het lid van Isselt betuigt eveneens zijn dank voor deze opstelling van de begroting en het rapport van de begrotingscommissie. Bij de algemene diénst stuit hij echter op een leemte. Zoals het allemaal beschreven is is hij het er mee eens. Het lid Bogers heeft toch een vraag gesteld aangaande de subsidie aan de fanfare St Antonius te Lepelstraat. Eveneens is er een vraag gesteld over het gemeenschapshuis te Lepelstraat. Dit waren toch zeer urgente vragen. Deze hadden z.i. in het rapport verme moeten worden. Het lid Roosenboom zegt, dat enkel de punten zijn gerapporteerd, welke de meerderheid hebben verkregen. De minderheidspunten zijn zodoende niet opgenomen. Overigens zijn slechts die punten speciaal van belang welke van invloed waren op de geraamde bedragen. Het lid de Keijzer merkt op, dat er niet als zodanig gesproken is, dat de kwestie bij de fanfare te Lepelstraat zo urgent was. Het lid Bogers zegt, dat er gesproken is de subsidie van de fanfare zodanig te verhogen, dat de aflossing van de geldlening kan worden afgelost. Het lid van Isselt antwoordt, dat dit punt met is afgepoeierd en het wel de meerderheid heeft behaald. Dit punt moet dus toch wel de aandacht hebben. Dit geldt ook voor het gemeenschapshuis.te Lepelstraat. Het lid Moerbeek zegt, dat er meerdere zaken zijn besproken. Van de meerderheid kreeg men geen opmerkingen de begroting te veranderen en werden deze aangelegenheden niet bij het college van burgemeester en wethouders gebracht. De voorzitter antwoordt, dat er altijd nog een voorstel van gemaakt kan worden. Het lid van Isselt wilde dan teruggrijpen op het rapport. De secretaris licht toe, dat er destijds aan het lid Bogers gevraagd is of hij van deze aangelegenheid een voorstel wilde maken. Het lid Bogers achtte dit.toen nog niet nodig maar eerst de verdere financiële ont wikkeling van de vereniging af te wachten. Dit was ook het geval met het gemeenschapshuis. Men heeft hier niets meer aan kunnen doen. Het lid van Wezel vindt de opmerking van het lid van Isselt helemaal niet op zijn plaats. Wanneer het aan de gemeente gelegen had was het gemeenschapshuis wellicht al klaar geweest. Het lid de Keijzer zegt," dat, wanneer het lid van Isselt straks met een daarop betrekking hebbend voorstel komt, dit dan ook zal worden gesteund. Het lid van Isselt antwoordt, dat hij in deze niet wordt begrepen. Hij is al blij, dat de gedachte aan het gemeenschapshuis bij het gemeente bestuur nog leeft. Het lid Roosenboom licht toe, dat er vergaderd is over de geldbedragen. Er is op deze vergadering echter gevraagd om een spoedige afwikkeling van het gemeenschapshuis. Dit ging' niet om de geldbedragen. Het lid Bogers geeft toe, dat hij heeft gevraagd wanneer de realisering van het gemeenschapshuis zou geschieden. Hij hoopte, dat dit niet te lang meer zou duren. a Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming conform de overgelegde ont werpen en de begrotingen voor gas-, woning- en grondbedrijf en de algemene dienst vastgesteld en de begroting voor de dienst maatschappe lijke zorg goedgekeurd.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1962 | | pagina 101