Horen Leden van de Raad, Ik wil mijn beschouwingen over het afgelopen jaar 1960 en het nieuwe I96I niet aanvangen zonder eerst woorden van waardering en dank te hebben uitgesproken. Op de allereerste plaats aan God, die ons gezamenlijk heeft gespaard en die ons onze gezamenlijke arbeid heeft mogelijk gemaakt. Dank vervolgens aan U, leden van de Raad, voor het vertrouwen gesteld in h'et beleid vah Burgemeester en Wethouders, voor Uw waardevolle kritische opmerkingen en voor Uw daadwerkelijke inspanning om de vergaderingen van dit college zo vruchtbaar mogelijk te doen zijn. Dank .aan de Wethouders, die zo intens bij het dagelijks bestuur van de gemeente worden betrokken en wier bereidheid voor de realisering van het gemeenschappelijk welzijn ik steeds heb kunnen constateren. Het wpts. jammer, dat wij onze tijdelijke wethouder, de heer Segers, met wie in het' college van Burgemeester cn Wethouders zo prettig werd samen gewerkt, als zodanig zagen vertrekken, evenzeer spijt het ons, dat wethouder van de Watering na een.zeer korte aanwezigheid andermaal wegens ziekte zijn werkzaamheden moést staken. Wij wensen hem van harte spoedig een blijvend herstel'toe, zodat wij hem dan ook weer spoedig en blijvend in ons midden kunnen zien. venwelmijne heren, leden van de raad, een bijzonder woord van waarde ring en dank, wil ik gaarne uitspreken voor onze medewerkers, vanaf de ge meentesecretaris, allé ambtenaren ter secretarie, hoofdopzichter met zijn staf en onze gemeente-werklieden. Zij allen zijn hét die ons het besturen van do gemeente mogelijk maken' die de besluiten van Uw raad en van het college van Burgemeester en Wethou ders voorbereiden en uitvoeren. Sn als er zo dan een reden is tot tevredenheid over zichtbare' resultaten, mogen wij niet vergeten, dat deze in wezen slechts mogelijk waren vanwege de gezamenlijke stille krachtinspanning van ons gehele personeel. Onze beschouwingen voor de toekomst kunnen zich gevoegelijk beperken tot het jaar 1961, allereerst is hiervoor de reden van de jaarwisseling en ver volgens is het wellicht ook goed - nu reeds zoveel over toekomstige ontwik kelingen op ruimer termijn is gesproken en geschreven - ons tot het meer di rect grijpbare te beperken, Welnu de beleidsbepaling zoals het college van burgemeester en wethouders deze voor 1961 hoeft gedacht vindt U in do U in deze vergadering aan to bieden gemeente-begroting 1961, waarvan wij U voorstellen deze in de volgende raads vergadering van februari a.s» te behandelen en vast te stellen. Do vraagstukken, wa rvo.r ons gemeentebestuur in deze zo snel evoluerende tijd in het kader van Brabant in het nieuwe westen wordt gesteld, zijn zo complex en zo belangrijk, dat ons college van burgemeester en wethouders het nodig oordeelde contacten te leg. en met het Economisch Technologisch Insti tuut, om ons gezamenlijk te beraden over eventuele bijstand vanwege dit insti tuut Een en ander heeft geleid tot een aanbieding van voortdurende enquêtering, bestudering en begeleiding waarbij als eerste punten in aangehaalde volgorde zijn gesteld: woonfunctie tuinbouwfunctie en partiële industrialisatie. Hot jaarlijks benodigde crediet is een aanvulling van de reeds jaren op de begroting prijkende post voor het werk van onze stedebouwkundige adviseur. Niet alleen voor onze beleidsbepaling maar evenzeer vanwege het te ver strekken documentatie-matcriaal is het werk der adviseurs noodzakelijk en eens te meer nu blijkt, dat slechts met de uiterste krachtinspanning de alom optredende verstarring zou kunnen worden doorbroken. Hot is voorwaar ge^n eenvoudige zaak, om bijvoorbeeld de woningbouw op een enigszins redelijk peil te doen houden, om rijksgoedkeuring te verworven voor zeer noodzakelijke scholenbouw en om do niet uit eigen middelen te dek ken noodzakelijke voorzieningen ter verbetering van de infra-structuur uit andere kassen gesubsidieerd te krijgen. Do begroting - zoals deze nu wordt aangeboden - sluit voor het eerst se dert vele jaren zonder tekort en dit onbanks vele te stijgen uitgaven.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1961 | | pagina 2