-3-
Het lid Hefs vraagt om inzage van de verkoopakte van de grond tus
sen de gemeente en de kopers en van de overeenkomst tussen de aan
nemers en de opdrachtgevers.
De voorzitter kan alleen de akte inzake overdracht van de grond ter
tafel brengen. De overeenkomst tussen aannemer en opdrachtgever
berust hetzij bij de een hetzij bij de ander, maar in ieder geval
niet bij de gemeente.
Het lid Huijten heeft gelezen, dat de gemeente het toezicht had bij
de onderwerpelijke woningen. Wanneer na de bouw constructiefouten
geconstateerd worden, wie is dan de schuldige?
De voorzitter ziet deze zaak aldus. Wanneer iemand een werk voor een
ander uitvoert dan rust op de een de verplichting om het werk te
leveren en op de andere om geld te betalen. Wordt het werk niet
volgens bestek opgelevrd dan, is de aannemer in gebreke en dus de
verantwoordenjke persoon. Het uitoefenen van toezicht door een
ander neemt de verplichtingeh van de aannemer om volgens bestek
te leveren niet weg. Het is toch begrijpelijk dat het voor de
toezichthoudende instantie onmogelijk is constant toezicht uit te
oefenen. Zou dit wel moeten gebeuren dan zou de toezichthouder niet
van het werk mogen wijken. Zo dit wel gebeurt dan heeft de aannemer
steeds de gelegenheid om niet volgens het bestek te werken.
Het lid Huijten merkt op, dat, wanneer hij een bouwplan wil uit
voeren, vertrouwt op de architect.
De voorzitter gelooft, dat de aannemer niet verplicht is om bere
keningen in het bestek te controleren; wanneer hierin fouten zitten
dan is de architect verantwoordelijk.
Het lid Baartmans kan zich met deze zienswijze niet verenigen. Hij
Hij zou, wanneer hij bouwde en daarbij werden fouten gemaakt de
architect aanspreken en niet de aannemer. De gemeente zou hetzelfde
doen.
De voorzitter stelt voor voor enkele ogenblikken de vergadering te
schorsen om de heer Huuskes, hoofdopzichter van de dienst openbar^
werken, ter vergadering uit te nodigen. Deze zal dan het technisch
gedeelte van deze zaak kunnen toelichten.
Spreker schorst de vergadering te 20.30 uur en heropent deze te
20.35 uur.
De voorzitter vertelt de heer Huuskes hetgeen reeds omtrent deze
kwestie is besproken.
De heer Huuskes onderschrijft de woorden van de voorzitter. Het
gegeven antwoord is zeer juist; de mogelijkheid is zelfs aanwezig
om nog een stap verder te gaan. De aannemer kan ook aansprakelijk
worden gesteld voor de foutieve berekeningen in het bestek en deze
toch uitvoert. Wat de vier middenstandswoningen betreft kan hij
mededelen dat de woningen nog steeds niet conform het bestek zijn
opgeleverd. Er zijn nog werken, die door de aannemer moeten worden
uitgevoerd.
Het lid Baartmans ziet niet het wezenlijke verschil tussen de ver
antwoordelijkheid van de aannemer en de architect. Ook de verant
woordelijkheid van de toezichthouder is hem nog steeds niet duide
lijk. Tot hoever strekt deze?
Het lid van Isselt informeert welke plaats een architect in dit
geval inneemt. Deze is toch geen wassen neus?
De voorzitter vraagt de heer Huuskes of er fouten in het bestek
voorkomen.
De heer Huuskes antwoordt ontkennend.
De voorzitter concludeert hieruit dat de architect dan niet ver
antwoordelijk is.
Het lid van Isselt merkt op dat de gemeente zich van deze zaak
distanciëertis de aannemer aansprakelijk nu er gebreken zijn?
Op welke wijze pakt men de aannemer aan?