eigendom zijn worden overgedragen aan Vrederust, eventueel aan het St
Elisabethgesticht
De voorzitter beaamt dit.
Het lid Lodders meent, dat de wijzigingen van het uitbreidingsplan van
minder belang waren geworden door de nieuwe provinciale weg maar de
boerderijen worden nog steeds in het geding gebracht. Op alle gronden,
gelegen tussen de Buurtweg, De-Beeklaan, en Gasthuisstraat zou voor
Vrederust een bestemming gelegd moeten worden van "openbare en bijzondere
gebouwen met bijbehorende terreinen". Hij vindt dit een mooie hoek en
kan het niet over zijn hart verkrijgen deze boerderijen te laten verdwijnen
ten behoeve van Vrederust.
De voorzitter brengt onder de aandacht, dat het uitbreidingsplan onder
punt zes wordt behandeld en in punt vijf alleen de overdracht wordt
behandeld. Aan de orde is nu punt vijf.
Het lid van Isselt vraagt of de voorgenomen uitbreiding van het Neuro
se-sanatorium verder gaat dan de gemeente-eigendommen.
De voorzitter zegt, dat het lid van Isselt hierin gelijk heeft, doch dat
slechts aan de orde is de verkoop van ons eigen bezit, daar men alleen
zijn eigen gronden kan verkopen.
Het lid van Isselt vraagt of het dan niet meer betreft dan de boomgaard.
Be voorzitter antwoordt, dat het betreft het stuk grond gelegen tussen de
Beeklaan en de tuintjes van de bejaardenwoningen en als oostelijke
grens tot de boerderijen.
Het lid van der Weegen deelt de mening van het lid Lodders. Destijds
is een raadsbesluit genomen om gronden te onteigenen voor woningbouw,
omdat daar behoefte aan bestond. Op 5 of 6 augustus werd in een dagblad
van het Noorden veroordeeld, dat de raad particulieren aan grond hielp
door middel van onteigening en daar schuilt volgens hem voor het onder
havige geval een hele hoop waarheid in. Hij weet wel, dat de raad de
oorspronkelijke bestemming kan wijzigingen. Indien de heren van de be
treffende inrichtingen zover zijn, dat ze door minnelijke schikking
aan die grond kunnen komen, dan gaat hij er mee akkoord, maar nu het
door ons onteigende gronden betreft is het anders. Gezien de vroeger
genomen raadsbesluiten vindt hij dit geen normale gang van zaken tegen
over de oorspronkelijke grondbezitters.
De voorzitter vraagt of het kan zijn, dat het lid van der Weegen de
T/oorden van het lid Lodders niet juist uitlegt. Het lid Lodders bedoelde
de verkoop van gemeentegronden en niet de overdracht van gronden, die
momenteel van Testers zijn. Een andere zaak is, dat de raad deze gronden
heeft onteigend krachtens het toen bestaande uitbreidingsplan en dat
we nu het uitbreidingsplan gaan wijzigen en er een andere bestemming
aan gaan geven.
Het lid Moerbeek vindt, dat de vroegere eigenaar hier niets mee te
maken heeft.
Het lid van der Weegen merkt op, dat er destijds onteigend is voor
woningbouw. Het gaat niet om personen maar om de zaak. Hij vindt, dat
ten opzichte van de vorige eigenaar nu niet mag worden veranderd.
Be voorzitter zegt, dat uitbreidingsplannen herhaaldelijk worden gewijzigd
en dan kan het ook nodig zijn, dat ook de oorspronkelijke bestemming
gewijzigd wordt.
Het lid van Isselt vraagt of de bestemming van deze gronden dan reeds
eerder is gewijzigd.
voorzitter antwoordt, dat dit nog komt. Punt vijf betreft verkoop
en punt zes de wijziging van het uitbreidingsplan.
Het lid van Isselt acht het beter, dat eerst de wijziging behandeld wordt.
Be voorzitter kan zich indenken, dat het misschien gemakkelijker is om
eerst punt zes in behandeling te nemen, doch wil tevens onder de aan
dacht brengen, dat punt vijf een aparte zaak is; de grond is eigendom
van de^ gemeente en deze kan die grond verkopen.