5y^QRSTEL_ TOEKENNING y/o VOORSCHOT OP DE TE VERWACHTEN SALARISVERHOGING. Het lid Lodders vraagt of deze tweede 3^-salarisverhoging al is uitbe taald. s6cre;t.aris .antwoordt dat dit bij voorschot is gebeurd. Het lid van der Weegen informeert of de salarisverhoging in haar geheel dan al rond is. Het lid Lodders merkt op, dat de overheid de salarisverhoging over het 1e kwartaal i960 door middel van 6% verhoging heeft afgekocht. secretaris deelt nog mede, dat in de volgende raadsvergadering de definitieve salarisverhoging per 1 april 196O zal komen. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van burge meester en wethouders besloten. 4VOORSTEL TOT HET VERLENEN VAN ZEKERHEID. Het lid van der Weegen verbaast er zich over, dat aan zoveel mensen van buiten de gemeente zekerheid wordt verleend. Hij wil hieraan nog toe voegen, dat de raad zich nimmer zal hebben gerealiseerd, dat de zorg van de gemeente hierdoor ook steeds groter wordt. Hij zou deze zorg liever willen zien verdeeld over en ten behoeve van de eigen inwoners. De voorzitter kan het standpunt van het lid van der Weegen niet delen. Wanneer andere gemeenten ook zo zouden handelen als het lid van der Weegen onder raadsaandacht brengt, dan zou dit niet een prikkel zijn voor de bevordering eigen-woningbezit, Onze eigen mensen zouden dan ook elders niet gehoJjpsni kunrien worden, Z.i. kan men volgens de regeling mensen van buiten/rtt.e^|p^Prtfsluiten. De zorg, die hierdoor ontstaat wordt voor 509» door het rijk en voor 50door de gemeente gedragen. Het risico is dan nóg niet zo groot als men daarbij de rijkspremie en het door betrokkenen zelf gestorte bedrag in aanmerking neemt. Van de zes personen, die in het voorstel genoemd worden, wonen er drie in Halsteren, twee anderen hebben hun bedrijfje in Halsteren, zodat dus slechts één aanvrager als buitengemeentenaar kan worden aangemerkt. Het lid van der Weegen zegt, dat dit deze keer toevallig zo is; hij wil met nadruk beklemtonen, dat allereerst in de behoefte van de eigen be volking moet worden voorzien. Het lid Muijten heeft gezien, dat de bouw van de woning van P.J.C. Franken stil ligt; hij heeft zelfs horen zeggen, dat de bouwvergunning is ingetrokken. De voorzitter zegt, dat Franken zijn woning niet bouwde op de plaats, die op de bouwtékening was aangegeven en welke tekening behoorde bij de bouwvergunning. Daar er een bouwvergunning ex artikel 20 der Wederop- bouwwet met goedkeuring van gedeputeerde staten was verleend, moet deze gewijzigde situatie eveneens wederom de goedkeuring van gedeputeerde staten hebben. Daarom moest het bouwwerk stilgelegd worden. Het lid Lodders, informeert of gedeputeerde staten altijd hun goedkeuring aan een bouwvergunning ex artikel 20 der Wederopbouwwet moeten verlenen. De voorzitter antwoordt bevestigend, daar dit een bouwplan is, dat ge realiseerd wordt op een plaats, waar volgens het vigerende uitbreidings plan het niet toelaatbaar is. Het lid Moerbeek meent, dat het streven van de raad er juist op gericht is om in verband met de komende annexatie door de gemeente Bergen op Zoom op korte termijn zoveel mogelijk inwoners voor Halsteren aan te trekken. De verkoop van woningen is nu eenmaal vrij; de Halsterenaren hebben dus evenveel kans om een eigen woning in Halsteren te krijgen als buitenstaanders. Daarbij komt verder nog, dat de gemeente in particuliere huizenbouw geen geld steekt. Spreker ziet geen enkele reden om een ander beleid te gaan volgen, Het lid Lodders is het zowel eens dat het lid Moerbeek als met het lid van der Weegen voorzoved de kwestie betreft of de gemeente eventrueel niet teveel lasten op zich neemt.'

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1960 | | pagina 52