VOORSTEL TOT HET VERLENEN VAN EEN ZAKELIJK RECHT IN VERBAND MEI DE AANLEG VAN EEN RIOLERING AAN IE HALSTERSEWEG. Het lid van der Weegen gelooft, dat de riolering er al ligt. Ie voorzitter licht toe, dat met J.C.Huijgens en oons. reeds een onderhandse overeenkomst is gesloten, terwijl reeds eerder door de raad tot aanleg van de riolering werd besloten en dit voorstel een gevolg is van het vorige. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voor stel van burgemeester en wethouders besloten, VOORSTEL TOT HERZIENING VAN BELASTINGEN. Het lid van der Weegen haakt in op hetgeen hij reeds eerder in deze vergadering heeft gezegd. Het voorstel van burgemeester en wethouders spreekt voor zichj er moet bezuinigd wordenj en waarop? Het antwoord ligt voor de hand; op de show van de ge meente t.w. het sportpark, verenigingsgebouw. Door deze belas tingverhoging wordt de kleine man het kind van de rekening. Op hem drukt de belastingverhoging het zwaarst. Spreker vindt het onprettig te moeten lezen, dat het Rijk dreigt met geen uitkering uit het gemeentefonds, wanneer door belastingenver hoging niet mede geholpen wordt een sluitende begroting 1961 - te verkrijgen. Wat de concept-verordeningen betreft zou hij de bepaling, dat de belasting invorderbaar is in twee termijnen, willen ver anderen. Hij zou .de betalingstermijn willen stellen op een half jaar. Nu de kleine man aangesproken wordt om de financiën van de gemeente recht te trekken, moet de gemeente hierin een coulante houding aannemen. De voorzitter wijst het lid van der Weegen er op, dat het ver- enigingsgebouw en het sportpark geen show van de gemeente is. De eisen des tijds vragen van de gemeente een dergelijke acco- modatie. Dank zij het raadsbeleid is er de laatste jaren in de gemeente zeer veel tot stand gekomen. Spreker kan niet anders zeggen, dan dat dit een zeer goed beleid geweest is. Het is begrijpelijk, dat de gemeente met al de jaarlijks terugkerende lasten van deze voorzieningen niet kan blijven teren op het gemeentefonds. Het is toch normaal, dat de gemeente tracht zichzelf te bedruipen, Dit kan gebeuren door de belastingen te verhogen. Het lid van Elzakker wil de mensen, wonende in het uitbreidings plan "De-Beek" vrijstellen van het betalen van rioolbelasting. De mensen hebben zelf de aanleg van de riolering betaald. Wanneer zij ook deze belasting moeten betalen, worden zij twee maal belast. Het lid Baartmans weet, dat in diverse straten wel een hoofd-_ riool ligtmaar dat alle woonhuizen in deze straten hierop niet aangesloten zijn. Uit hygiënisch oogpunt is dit niet ver antwoord. Hij zou het op prijs stellen, dat de bewoners van deze panden gedwongen werden op de riolering aan te sluiten. De voorzitter zegt, dat de bewoners van de woningen, gelegen in het uitbreidingsplan "De-Beek" niet vrijgesteld kunnen wor den van het betalen van rioolbelasting. Wat de vraag van het lid Baartmans betreft antwoordt spreker, dat de mensen van de bewuste woningen volgens de bouwverorde ning gedwongen kunnen worden om op de gemeentelijke riolering aan te sluiten. Het lid van Elzakker blijft de rioolbelasting in deze vorm als een onbllijkheid zien. Persoonlijk heeft hij nimmer bijgedragen in de aanlegkosten van de riolering in de Oudewegj daarom vindt hij het redelijk, dat hij voor' zijn woning wel rioolbelasting moet betalen.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1960 | | pagina 115