2
02 Vaststelling van de notulen van de vergadering van 20 april 1995.
De heer Haverkamp wijst op een typefoutje onderaan bladzijde 7, de
heer Breure heeft het daar over f.500.000 ton, hij denkt dat er een
ton teveel staat. Op bladzijde 9 wordt gesteld dat heer Haverkamp
denkt aan niet-uitvoerend beleid. Hij heeft dit niet zo gezegd, hij
heeft gezegd niet uitgevoerd beleid. Dat is volgens hem toch iets
anders
Vervolgens worden de notulen met dank aan de maker vastgesteld.
De heer Van de Merbel wil reageren naar aanleiding van enige zaken die
genotuleerd zijn op pagina 15. Hij heeft overleg gehad met het plaats
vervangend burgerlid van Groenlinks in de commissie Ruimtelijke Orde
ning en Milieu en daarbij is hem gebleken, dat er tijdens de commis
sievergadering op 10 april 1995 met geen enkel woord is gerept over de
aanwezigheid van de heer Van der Spek in die vergadering.
De voorzitter meent dat de heer Van de Merbel dit punt aan de orde
moet laten stellen door zijn fractielid in de commissie Ruimtelijke
Ordening en Milieu.
De heer Van de Merbel zegt dat dit over de notulen van de vorige
vergadering gaat, waarin hij uitspraken gedaan heeft, waarop hij nu
wil reageren.
Hij heeft het voorgaande ten overvloede gisteren nog gecontroleerd
door het beluisteren van de geluidsband omdat de notulen van die
vergadering nog niet beschikbaar zijn. Wat de heer G. de Vos hierover
in de vorige raadsvergadering heeft gezegd en wat vervolgens door de
voorzitter nadrukkelijk werd bevestigd, berust dus kennelijk op een
vergissing. Ook de mededeling van de voorzitter aan een verslaggever
van het Brabants Nieuwsblad, dat zij in de commissievergadering aan de
commissie een voorstel heeft gedaan op grond van artikel 9 van de
algemene commissieverordening, is dus niet in overeenstemming met de
feiten. Hij nodigt zowel collega De Vos, als de voorzitter uit om nu
alsnog te willen verklaren, dat er tijdens de commissievergadering op
10 april geen enkel voorstel is gedaan over de aanwezigheid van een
niet-commissielid en dat de vertegenwoordiger van zijn fractie zich
derhalve ook niet heeft kunnen uitspreken voor of tegen zo'n voorstel.
Dit nog afgezien van het feit, dat de commissies überhaupt niet zelf
mogen beslissen over hun personele samenstelling, want dat is immers
een bevoegdheid van de raad. Daarnaast wil hij van de voorzitter nog
horen, waarom er vandaag geen voorstel op de agenda staat om de alge
mene commissieverordening te gaan wijzigen, zodat raadsleden nu voor
taan wel op een legale manier kunnen fungeren als plaatsvervanger van
burgerleden in de commissie. Weliswaar heeft zijn fractie geen behoef
te aan dergelijke tussentijdse wijziging van de spelregels, maar dat
voorstel is door de voorzitter wel aangekondigd tijdens de vergadering
van de commissie voor Bestuurlijke Aangelegenheden op 25 april jongst
leden.
De Algemene Commissieverordening behoeft niet geheel gewijzigd te
worden, om zodoende één of meer fracties tegemoet te komen. Het enige
wat met name de WD-fractie nu zelf moet doen, is een nieuw burgerlid
voordragen ter benoeming door de raad in de commissie Ruimtelijke
Ordening en Milieu. De eerder door de raad benoemde plaatsvervanger is
namelijk al enige tijd geen lid meer van genoemde partij. Wanneer de
VVD-fractie dat personeelsprobleempje eerst zelf netjes oplost, ver
valt daarmee ook elke behoefte aan nieuwe gelegenheidswetjes.
De voorzitter schorst de vergadering en zij vraagt de heren De Vos en
Van der Spek even met haar mee te gaan.