21
consequenties daar weer uitrollen.
Eerlijkheidshalve moet zij zeggen dat als er opmerkingen gemaakt worden
over de financiën men zegt, ja wat betekent het nou. Wij geven aan het
gewest 2-3% van onze gemeentebegroting. Men vergeet dan een ding. Onze
gemeentebegroting is om en nabij de 19 miljoen. Daarvan is slechts zo'n
7 tot 10% beïnvloedbaar. De rest ligt vast in uitkeringen,
kapitaalsaflossingen, dus je kunt daar niet op ingaan. Die 7 tot 10% is
ongeveer 1,9 miljoen, daarvan gaat een relatief groot deel naar het
gewest. Maar die rekensom wordt niet gemaakt. Want je moet kijken naar
wat direkt beïnvloedbaar is op de eigen begroting en wat gaat daarvan
naar het gewest.
Nogmaals, zij wil met de heer Van der Spek kijken of daar een hand voor
op elkaar te krijgen is maar men zal toch proberen om het op de reserves
af te boeken.
De heer Bienefelt zegt dat het waarschijnlijk in het gewest net zo is als
in het verkeer. Je hebt pas gelijk als anderen dat geven.
Van de zijde van het CDA hebben zij gemeend de R.M.D. een dikke
onvoldoende te moeten geven. De evaluatienota en het financiële gedrag
van de R.M.D. is toch reden tot zorg in het algemeen. Het is ook niet dat
het helemaal op zichzelf staat. Vorig jaar in december is er al een
behoorlijke discussie gevoerd over de vuilverbranding. Alles bij elkaar
denkt het CDA dat de R.M.D. geweldig moet leren van zijn activiteiten
danwel extra in de gaten gehouden moet worden. Als het voorstel van
Fijnaart niet overgenomen wordt, dan is dat jammer. Op zich is het toch
een hele goede zaak om dingen die je samen goed vindt, in de lucht te
houden. Wat dat betreft wenst hij de voorzitter daar sterkte mee. Op zijn
minst zal het zo zijn dat men in het algemeen in de gaten krijgt dat die
vanzelfsprekendheden niet altijd de juiste zijn.
De heer Van de Merbel hoorde daarstraks de voorzitter zeggen dat er in
de raad kritiek is op de R.M.D.. Hij denkt dat die kritiek meer
geprecisieerd moet worden voor wat zijn fractie betreft.
De voorzitter merkt bij interruptie op dat hij dat vanavond niet zo moet
zien.
De heer Van de Merbel wil ook niet de voorzitter daar op aanvallen en
zegt dat zijn insteek is dat niet de R.M.D. zo slecht is, want als hij
het rapport van Berenschot ziet dan is dat zo slecht nog niet. Waar wel
kritiek op is is op de bestuurders van het Streekgewest die in 1993 de
gemeenten waaronder de onze wat op het verkeerde been hebben gezet. Die
indruk heeft hij stellig en anders was die regionale milieudienst er
vandaag de dag zeker nog niet geweest. Hij wil er heel duidelijk in zijn
dat dit een kwalijke zaak is. Het zal waarschijnlijk niet zo veel effect
hebben om daar nu luidkeels tegen te protesteren maar tot diegenen die
in die zin fout zijn moet dit naar zijn overtuiging hardop gezegd kunnen
worden.
Een ander punt is de aanwending van de reserve regionale handhaving. Het
is danwel een dienst geworden maar het gaat niet dat men van de ene pot
in de andere overhevelt. Destijds, in oktober 1993, lag er al een
voorstel op tafel om van de totale desintegratiekosten uit diezelfde pot
te financieren. Toen is dat ook al bekritiseerd. In wezen zijn de kosten
van Bergen op Zoom en Roosendaal van de opheffing van hun eigen
milieudienst nu volledig gefinancierd uit die pot regionale handhaving.
Dat betekent in wezen een verschuiving van lasten naar de afvalrichting,
die pot wordt extra belast ten gunste van het milieu.
Niet alle burgers betalen aan het milieu maar iedereen betaalt wel
reinigingsrechten. Het is een foute benadering van het Streekgewest om
het op deze manier te gaan doen. Hij wil het college dan ook vragen om