3
hoopt dat het college met deze informatie richting PNEM iets kan doen.
De voorzitter bevestigt dat zijn schrijven inderdaad vandaag of gisteren
is binnengekomen. De heer Van de Merbel zal begrijpen dat daar nog niks
mee gedaan is, maar zij zegt toe daar ongetwijfeld iets aan te zullen
doen.
Vervolgens worden de notulen vastgesteld.
03Ingekomen stukken en mededelingen.
Naar aanleiding van ingekomen stuk nr. 2 (Schrijven van het Werkvoorzie
ningsschap d.d. 13 februari 1995 inzake de aankoop van een opslagloods)
zegt de heer Haverkamp het volgende.
Het CDA heeft met belangstelling dit stuk bestudeerd en vond het een
beetje opportuun dat er maar gelijk een opslagloods wordt aangekocht. Zij
willen dan ook de heer de Jong in overweging meegeven dat hij tijdens de
bijeenkomst van aanstaande maandag vraagt of het niet beter ware geweest
om het pand te gaan huren. Zeker gezien het feit dat dit een order is die
eindig is en dan zit je met dat pand. Ze kunnen naar het oordeel van het
CDA de centen toch wel iets beter gebruiken.
De voorzitter merkt op dat de heer de Jong dit zal meenemen naar de
vergadering van aanstaande maandag en in soortgelijke zin is daar ook
binnen het college nog over gesproken.
De heer Haverkamp vraagt of dan in de volgende vergadering van de raad
gelijk een rapportage kan worden gedaan van hetgeen hierover is
besproken.
Wethouder de Jong merkt op dat dat altijd mogelijk is.
Naar aanleiding van ingekomen stuk nr. 3 (schrijven van de buurtvereni
ging Polderstraat d.d. 08-02-1995, houdende mededeling van oprichting
vereniging alsmede verzoek om inlichtingen) zegt de heer J. de Vos dat
het college in haar beantwoording zegt dat de berg met grond nagenoeg weg
is. Helaas heeft hij vanavond zelf moeten constateren dat die nagenoeg
nog aanwezig is. Het college antwoordt op punt b dat de herinrichting van
de Polderstraat in de maand april zal worden afgerond. Hij hoopt dat dit
inderdaad zo is want dan kunnen in Heijningen de vlaggen zo'n 30 dagen
eerder naar buiten.
Het antwoord op vraag C vindt de fractie van de Vrije Lijst nogal
arrogant en zij vragen zich af of het college deze zaak toch wel serieus
neemt. Zij doen dan ook op het college een dringend beroep de ergernis
weg te nemen voordat de bewoners daar zelf iets gaan ondernemen wat
ongewenst of onwettig zou zijn.
De voorzitter merkt ten aanzien van dit laatste punt op dit echt niet
arrogant te vinden. Het college heeft heel zakelijk medegedeeld wat er
aan de hand is. Het is zo dat de gemeente Fijnaart en Heijningen geen
woningen heeft. Het college kan dan ook geen woningen toewijzen en het
college kan dus ook geen mensen die zich misdragen uit een woning zetten.
In een gezamenlijk overleg meende zij dat de zaak was opgelost. Zij is
met de persoon in kwestie bij de woningbouwvereniging geweest en daar is
aangedrongen op een oplossing van de zaak. Mensen die blijvend hinder
veroorzaken voor de buurt kunnen de woning uitgezet worden. Dit dient
echter de woningbouwvereniging te regelen en niet de gemeente. Overigens
dient zich bij een woninguitzetting toch een volgend probleem aan want
als zij eenmaal op straat staan waar blijven zij dan? De gemeente heeft
geen woningen toe te wijzen en zij zullen waarschijnlijk ook bij de Vrije
Lijst niet om een woning kunnen vragen. De gemeente probeert er in ieder
geval het nodige aan te doen en heeft inmiddels hiervan ook melding
gedaan aan de politie. De heer de Vos mag dit arrogant vinden maar het
college kan het helaas niet oplossen.