27
er een verkeersveiligheidsdeskundige naar laat kijken, die er de nodige
deskundigheid in aanbrengt. Met betrekking tot de opmerking van de heer
Van de Merbel, dat in de oktoberraad beloofd is dat de zaak eerst via de
commissie zou gaan, zegt hij dat er toegezegd is zo snel mogelijk met een
voorstel richting raad te komen, zelfs in de raad van november. Dat is
echter niet gehaald. De heer Van de Merbel heeft voorts te kennen gegeven
een aantal bedenkingen te hebben tegen de verkeersremmer en met name dat
de oversteekplaats er te dichtbij is. Hij kan er zich wel wat bij voorstel
len, maar de raad heeft zelf de deskundige in oktober aangedragen. Gezegd
werd dat het college het niet zelf moest doen, omdat men ook maar amateur
was. Ondanks dat hijzelf bedenkingen zou kunnen hebben, zegt hij zich neer
te leggen bij hetgeen de deskundige aandraagt.
Met betrekking tot het plaatsen van knipperlichten merkt hij op, dat men
de verkeersremmer net zo mooi of veilig kan maken als men wil, maar wat
voor de een genoeg is, is voor de ander soms ruim onvoldoende en men kan
niet iedereen dezelfde mate van gevoel van veiligheid geven.
Bij zijn weten is de fietsersbond niet geraadpleegd; men is uitgegaan van
het advies van genoemde verkeersdeskundige.
Met betrekking tot de evaluatie zegt de Voorzitter dat het geen zin heeft
iets te evalueren, waarvan men vindt dat het voor verbetering vatbaar is.
Dan moet het eerst verbeterd worden en dan pas kan er geëvalueerd worden.
Als de aanpassing aan deze remmer vanavond door de raad wordt overgenomen
en de nieuwe verlichting er staat, dan is het zaak om in pakweg een half
jaar tijd te evalueren, maar dan moet wel aan die twee randvoorwaarden
voldaan zijn.
Wethouder Niihoff zegt in reactie op de opmerking van mevrouw Moerman over
de beleidsuitgangspunten van het college dat daar inderdaad in staat dat
het fietspad zal worden doorgetrokken naar de Van Heemstralaan. Hij heeft
altijd begrepen dat in de commissie Ruimtelijke Ordening op een gegeven
moment de Parallelweg, zoals die er nu uitziet, in discussie is gekomen
en dat daardoor de doortrek van het fietspad eigenlijk ter ziele is gegaan.
Tegen de heer Van den Baard, die meent dat het er nog steeds gevaarlijk
is, zegt hij, dat er nog steeds knipperlichtjes op de remmer staan. Als
men vanuit Oudemolen Fijnaart binnen komt rijden en eerst de verkeersremmer
tegenkomt, zit die in feite nog in het donkere deel. Getracht zal worden
hier ter plaatse zo snel mogelijk de juiste verlichting aan te laten bren
gen, die de remmer goed zal verlichten. Hij zegt dat tot die tijd er
reflectoren of iets dergelijks bijgezet zullen worden.
De C.D.A.-fractie vindt, zo zegt hij, dat er een valse start is gemaakt
met de verkeersremmer. Men zal proberen technisch gezien, zo goed mogelijk
uit deze situatie te komen. Zeker gehoord de vroegere discussies over des
kundigheid enzovoorts, is hij van mening dat dit nu het voorstel moet zijn
om ter plaatse verbetering aan te brengen. Het pad aan de noordzijde, wat
door de heren Breure en Van de Merbel is genoemd, zal zijns inziens geen
verbetering brengen.
Hij is het wel eens met de heer Bienefelt dat de Parallelweg van het begin
af aan gevaarlijk is geweest.
De heer Van de Merbel zegt herinnerd te hebben aan de toezegging in de
raadsvergadering van 26 oktober dat dit onderwerp zo mogelijk in de commis
sievergadering van 31 oktober behandeld zou worden. Dat is uitgesteld want
het was een te korte voorbereidingstermijn, door ziektes en dergelijke.
Er is toen ook toegezegd, dat het in november in de raad zou komen. Dat
is allemaal niet gehaald. Dat is allemaal wel niet zo'n ramp, zegt hij,
alleen had hij liever gezien, dat de toezegging gestand was gedaan de zaak
in de commissie Ruimtelijke Ordening en Milieu te behandelen. In het midden
wordt gelaten wie de deskundige is en of B.R.O. er soms nog aan te pas