20 De heer Van de Merbel zegt dat het begrip 'losse opmerkingen' vanavond nogal wat aandacht gekregen heeft. Hij zegt dat hij ermee bedoelde, dat hij na zijn gehouden betoog nog wat details naar voren wilde brengen en het was niet de bedoeling dat de waarde daarvan gedevalueerd zou worden. De heer Bienefelt zei wat moeite te hebben met zijn opmerking over de wethouder van Hoeven, die het over diefstal had. Die wethouder bedoelde dat de vervoersvoorziening voor de mensen, die nu W.V.G. hebben en vroeger een uitkering van het G.A.K., in amper twee jaar tijd van f 3.250,is teruggebracht naar f 1.650,Die mensen zijn in die tijd niet minder gaan reizen, vaak niet in inkomen verhoogd en in die context kan hij zich niet verzetten tegen die uitspraak 'diefstal' ten aanzien van het rege ringsbeleid. Vervolgens zegt hij dat het collegestandpunt in de vergadering van O.C.S.W. niet of in ieder geval onvoldoende verdedigd is en daarmee miskent men de waarde van die commissie. Als men het verslag leest, ziet men dat diverse leden al wat voorwerk gedaan hebben om inderdaad de discussie in deze raad wat te beperken, maar wanneer dan het college, daar vertegenwoor digd door wethouder De Jong, eigenlijk maar zo'n beetje voor kennisgeving aanneemt wat men daar voor advies geeft en er inhoudelijk geen weerwoord tegenover stelt en het alleen maar meeneemt naar het college... Wethouder De Jong interrumpeert hierop met de mededeling dat het dan mis schien wel niet met zoveel woorden in het verslag vermeld is, maar dat hij in die commissie zeer duidelijk stelling heeft genomen tegen bijvoor beeld een aantal financiële consequenties. Hij heeft in de commissie afge raden om een bepaalde zienswijze te hebben, maar hij kan de commissie niet verbieden een bepaald advies uit te brengen. De Voorzitter zegt dat men wel moet weten, dat, als men in een commissie vergadering zit, daar geen rekensommen kan maken. Hierop zegt de heer Van de Merbel dat deze commissie daar nu juist voor bedoeld was. De Voorzitter argumenteert dat rekensommen in de commissie Financiën thuis horen. De heer Van de Merbel zegt dat die commissievergadering was uitgeschreven met de bedoeling het financiële aspect van het KAPs te bespreken, waarop de Voorzitter interrumpeert, dat niet het financiële aspect besproken zou worden, maar besproken zou worden of de mensen een bijdrage zouden moeten leveren, of dat het anders zou gaan, maar niet wat er in de pijplijn zou zitten aan bijvoorbeeld woningaanpassingen, wat ook allemaal uit de W.V.G.- pot zou moeten komen. De heer Van de Merbel merkt op dat het uitdrukkelijk de opzet was, dat de commissie O.C.S.W. over financiën zou praten. Financiën ofwel uit de W.V.G.-pot ofwel verhalen op de mensen met een vervoersvoorziening. Als hij stelt, dat uit het verslag niet blijkt van enig voldoende tegenspel van de zijde van het college, dan baseert hij zich op dat verslag. Wethouder De Jong heeft juist gezegd, dat hij wat betreft het niet onder druk staan van de W.V.G.-reserve gezegd heeft dat de vervoersvoorziening of het KAPs niet of nog niet onder druk staat. In het verslag staat en dat had dan maar direct gecorrigeerd moeten worden, vindt hij, dat de W.V.G.-gelden nog niet onder druk staan. Zijn opmerking dat hij dus toen een andere opstelling koos dan nu, door achteraf toch met het college mee te gaan, is denkt hij, dan toch terecht. De wethouder doet daarmee de commissie O.C.S.W. onrecht aan. Voor wat betreft het feit, dat de voorzitter zich gegriefd voelde over zijn opmerking met betrekking tot haar optreden in de portefeuillehouders vergadering, zegt hij, dat hij uit het verslag van die vergadering heeft opgemaakt, dat zij een en andermaal heeft gepleit om dus f 624,ten laste

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1995 | | pagina 312