20
De voorzitter zegt dat de heer Van de Merbel volkomen juist heeft
ingeschat wat de reden is van het uitbesteden. De heer J. de Vos vraagt
waarom niet alle routes worden meegenomen. Zij kan hem enigszins gerust
stellen omdat op de Oudemolen al wat onderzoek is verricht door de mensen
zelf. Ook de vereniging van voetgangers is daar bezig geweest. Inmiddels
is ook vernomen dat door Willemstad wordt bekeken hoe planmatig met de
Stadsedijk moet worden omgegaan. Er wordt dus wel iets aan gedaan.
In maart zal er een gesprek plaatsvinden met de bewoners van de
Oudemolen. Er zal wel samenspraak komen met Willemstad.
Reeds eerder is geconcludeerd dat drempels niet tot de mogelijkheden
behoren.
Ruimtelijk gezien is er erg weinig plaats maar de fractiegenoot van de
heer Van der Spek heeft in de commissie R.O. aangegeven na te gaan of het
mogelijk is auto's op de Oude Heijningsedijk naast de huizen te parkeren.
Het college denkt dat dit onderzoek nodig is om tot een goede afweging
van zaken te komen. Het college acht het dus wel verantwoord om dit
bedrag beschikbaar te stellen.
De heer G. de Vos reageert in tweede termijn als volgt op de opmerking
van de heer Van der Spek. De P.v.d.A. heeft stellig niet de indruk dat
dit onderzoek weggegooid geld zal zijn. Er zijn best wel mogelijkheden
die nog onderzocht kunnen worden. Een suggestie binnen zijn fractie was
om de kern van Oudemolen af te sluiten voor doorgaand vrachtverkeer.
De heer J. de Vos vraagt of het onderzoek van de bewoners van de
Oudemolen ook betrekking had op de Zwingelspaansedijk en de Oudemolen-
sedijk.
De voorzitter bevestigt dit.
Zij wil de suggestie van de heer G. de Vos ook meenemen.
De heer Van der Spek wenst vervolgens de aantekening dat de V.V.D. geacht
wordt tegen het voorstel te hebben gestemd.
Overigens wordt besloten overeenkomstig het voorstel van het college een
krediet van f. 20.000,= beschikbaar te stellen ten behoeve van een
onderzoek naar de verkeersveiligheid. De begroting 1995 wordt hiermede
in overeenstemming gebracht.
13Voorstel tot het beschikbaarstellen van een krediet ten behoeve van
diverse onderzoeken in het kader van een op te stellen gemeentelijke
rioleringsplan.
8e wijziging gemeentebegroting 1995.
De heer Van de Merbel merkt op dat dit de zoveelste kredietaanvraag is
in een reeks van kredietaanvragen om te komen tot plannen voor de
riolering. De uitvoering ligt in een geheel andere orde van grootte maar
daar komt nog bij dat er intussen al behoorlijke bedragen zijn
uitgegeven. Daarom is het van het grootste belang om daar toch ook
kritisch naar te blijven kijken en dan ziet hij dat in het voorstel wat
nu ter tafel ligt voor hydraulische berekeningen wederom een krediet
wordt gevraagd. In dit verband wil hij graag verwijzen naar het krediet
in dat 1993 beschikbaar is gesteld waar dat ook al in begrepen was. Hij
citeert wat toen in het raadsvoorstel stond, "uit de werkomschrijving
blijkt dat in dit stadium nog niet met zekerheid te zeggen is of bepaalde
werkzaamheden moeten worden uitgevoerd met name een herberekening naar
het hydraulisch functioneren van het rioolstelsel. Gezien de recent
uitgevoerde herberekeningen is dit niet waarschijnlijk. De kosten van
bedoelde herberekening zijn echter wel opgenomen in het gevraagd krediet
zodat, indien dit nodig blijkt, hiertoe opdracht kan worden verleend,
zonder dat vertraging optreedt." Dit is in april 1993 zo voor
kennisgeving aangenomen en conform besloten. Nu echter komt het college
opnieuw met een kredietaanvrage onder meer betrekking hebbend op
hydraulische berekeningen. Hij vraagt zich af of we nu niet doende zijn