7
moet worden.
De heer Van de Merbel merkt op dat het voor hem wel duidelijk is wanneer
de uitbetalingen plaatsvinden, alleen dat hij het veel te laat vindt.
Wethouder De Jong zegt dat de zaak nogmaals bekeken zal worden, doch dat
dit niet inhoudt dat de zaak daarmee veranderd wordt, omdat men ook zit
met de administratieve verwerking ervan.
Hierna worden de ingekomen stukken nummers 1 tot en met 6 voor kennisgeving
aangenomen en ten aanzien van de ingekomen stukken nummers 7 tot en met
11 wordt besloten conform het voorstel van het college.
Hierop schorst de waarnemend voorzitter de vergadering teneinde te worden
afgelost door de voorzitter.
04Voorstel inzake bezwaarschrift reconstructie Kadediik.
De heer Van de Merbel merkt op tegen het voorstel als zodanig geen enkel
bezwaar te hebben. Met betrekking tot de situering van het gewraakte
plateau zegt hij dat de afstand ten opzichte van de andere snelheidsremmer
op de Kadedijk daarmee weer wat groter wordt en hij vraagt zich af of
daarmee het verkeersveiligheidsaspect nog wel voldoende tot zijn recht
komt. Op zichzelf is het een goede zaak rekening te houden met de belangen
van reclamanten, maar vraag is of dit een goede afweging is geweest. Hij
neemt overigens aan dat de Kadedijk qua herstel nog niet "af" is, want
er zijn hier en daar nog wat oneffenheden en hij gaat ervan uit dat de
aannemer voor de afwerking zal zorgdragen.
De heer Bienefelt zegt dat bij bezwaarschriften vaak een stukje technische
expertise gevoegd wordt in de vorm van een rapport van T.N.O. of zo en
dan komt het zijn fractie nogal eens voor, dat de gemeente zich daar een
beetje procedureel vanaf maakt, door te zeggen dat het nu eenmaal een
besluit van de gemeenteraad betreft en dat het college dat besluit slechts
uitvoert. Dit feit acht het college dan genoeg om het bezwaarschrift verder
niet inhoudelijk te behandelen. Wat positiever over zou komen is dat de
gemeente de moeite neemt om de zorg weg te nemen die de mensen hebben,
wanneer iets in hun directe omgeving aangelegd wordt wat schade zou kunnen
opleveren, en wel door middel van een stukje contra-expertise. Dat zou
zijns inziens een goede reden zijn om in de toekomst wat beter om te gaan
met bezwaarschriften.
De heer G. de Vos merkt uit hoofde van zijn voorzitterschap van de commis
sie bezwaar- en beroepschriften op, dat er in de commissie naar aanleiding
van dat rapport van zijn kant een briefje is uitgegaan naar de bezwaarma
ker, met het verzoek de commissie te informeren over de vraagstelling die
richting T.N.O. is gegaan. Uit de brief is dat namelijk niet duidelijk.
De brief is vrij algemeen en had bij wijze van spreken over Noord-Groningen
kunnen gaan. Er kwam niet tot uitdrukking dat de situatie over de Kadedijk
ging. Het antwoord van de bezwaarmaker was, dat de gemeente dat zelf maar
moest uitmaken. Bezwaarmaker is niet op de hoorzitting geweest dus toen
heeft men het hem ook niet kunnen vragen.
De heer Breure merkt op dat op zijn lijstje eveneens stond de door de heer
Bienefelt te berde gebrachte expertise; de fractie van de V.V.D. onder
schrijft het betoog van de heer Bienefelt geheel.
Wethouder Niihoff zegt in antwoord op de vraag van de heer Van de Merbel,
dat het inderdaad zo is, dat als men de verkeersremmer verschuift, de af
stand tot de andere wordt vergroot, en er ter plaatse meer snelheid gehaald
kan worden. Het plateau geeft duidelijk aan waar de bebouwde kom van
Fijnaart begint; direct na het plateau geldt een maximum snelheid van 50
km/uur, hetgeen duidelijk is aangegeven. Het college is van mening, dat