4 wat dat betreft mooi sier maken door het beleid te bepalen, doch het moet uit de gemeentepot worden betaald. Hij stelt voor de evaluatie van de minister dit najaar af te wachten om te zien wat daadwerkelijk is gebeurd en deze motie in ieder geval te ondersteunen. De heer Bienefelt is van mening, dat er in Fijnaart in deze - in tegenstel ling tot hetgeen de heer Van de Merbel beweert - voldoende voor de minima wordt gedaan. Hij meent dat de gemeente Wymbritseradiel een gemeente is die ontstaan is door een herindeling en hij hoopt dat haar motie iets betekent, daar het anders meer op een wanhoopskreet zal lijken. Hij denkt dat deze gemeente niets anders heeft bedoeld dan een verzamelde actie richting Den Haag op touw te zetten en in een belangrijk mindere mate de discussie in allerlei andere gemeenten tot grote hoogte te brengen. Vanuit Den Haag wordt uiteindelijk toch in de grootste mate aan het sociale beleid vorm gegeven. In een aantal gevallen waar dit door gemeenten verder wordt uitgeprobeerd, wordt men ook nog teruggefloten. Hij wil best in een aparte vergadering met de heer Van de Merbel discussiëren hoe Fijnaart met zijn beleid zich op dat gebied verhoudt met andere gemeenten, maar dan moet men de moeite nemen om alle daarmee verband houdende zaken daarbij te betrekken. Hij is ervan overtuigd dat het allemaal nogal meevalt. Het is misschien een eerste reden voor de heer Van de Merbel om wat tevreden te zijn en hij zegt dat er misschien wat andere punten komen, waarop dit vanavond kan worden geaccentueerd. De heer Van de Merbel merkt op dat het er niet om gaat of Van de Merbel tevreden is, dat is geeneens belangrijk. Het gaat erom of er inderdaad in deze gemeente een zodanig sociaal beleid wordt gevoerd dat de mensen, die hierop zijn aangewezen niet tevreden zijn. De gemeenteraad is er om deze mensen op een redelijke manier tevreden te stellen. Dat is de achter grond van zijn betoog. Hij legt nogmaals zijn bedoeling uit. Het college stelt aan de raad voor dat deze aan de minister-president een brief gaat sturen waarin men laat weten, dat hij wat meer rekening moet houden met de minima in het rijksbeleid. Maar van datzelfde kabinet is er ongeveer een jaar geleden een brief ontvangen dat bijvoorbeeld het gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid - juist bedoeld voor de minima - aanzienlijk mag worden verruimd. Deze brief wordt dan voor kennisgeving aangenomen, nadat er over gediscussieerd is, Er wordt een motie door zijn fractie gedaan, ondersteund door een deel van de P.v.d.A. en door de volledige fractie van de Vrije Lijst, doch die wordt door het college van de hand gewezen. Wanneer het college dan nu komt met een voorstel om steun te betuigen aan de motie van Wymbritseradiel, proeft hij daarin wat dubbelhartigheid en daar is hij altijd wat huiverig voor en om het nog sterker uit te drukken: hij heeft daar een hekel aan. Men staat voor de minima en hij heeft echt niet de pretentie dat GroenLinks de enige is die daarvoor staat. Wanneer anderen het sociale in hun body hebben, laten ze dat iets minder blijken dan GroenLinks en vooral bij het stemgedrag over bepaalde moties; dat is toch hèt moment waarop men dus van mooie woorden daden kan maken. Hij heeft de indruk dat het college de motie van de gemeente Wymbritseradiel eigenlijk aangrijpt om te gebruiken als een soort kapstok om daar een plei dooi aan op te hangen voor een algemene lastenverlichting. Want wanneer Den Haag ervoor zorgt dat de lasten stijgen, is dat natuurlijk niet alleen voor de minima. Dan wordt daar ook Jan-zes-keer-modaal beter van. Het is dan leuk meegenomen dat de minima er ook wat beter op worden, maar daarom heeft hij de indruk dat de intentie van het college een andere is dan die van hemzelf. Het college stelt de raad voor een adhesiebetuiging te verzenden; hij is daar niet op tegen, hij doet eraan mee, doch hij doet het alleen voor het effect wat het voor de minima kan hebben. Wethouder De Jong denkt dat de heer Van de Merbel inderdaad een andere

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1995 | | pagina 296