3 college bekend is dat er op de carpoolplaats al gedurende ongeveer een week aan auto staat geparkeerd, waarvan alle ruiten zijn ingeslagen. Het stimuleert de mensen niet deze plaats als zodanig te gebruiken. De waarnemend voorzitter zegt dat dit hem niet bekend is. Hij zal het onder de aandacht van de politie brengen. Hij zal aan de voorzitter van de commissie financiën de wens van de heer Van de Merbel kenbaar maken de voorlichting omtrent de gespreide betalingen eerst aan de commissie voor te leggen. 03Ingekomen stukken en mededelingen. Met betrekking tot ingekomen stuk nummer 7, schrijven van de gemeente Wymbritseradiel van 21 november 1995 houdende een verzoek tot adhesiebetui ging aan de motie over de toenemende lastendruk, merkt de heer Van de Merbel op dat het college de raad voorstelt de regering en het parlement te laten weten dat ook deze gemeente vindt, dat men in Den Haag rekening moet houden met de toenemende lastendruk van de gemeentebelastingen, dit als gevolg van het rijksbeleid. Het collegevoorstel lijkt te getuigen van zijn goede bedoelingen met alle belastingbetalers en van een goed sociaal gevoel voor de minst draagkrachtigen. Hij vraagt zich af hoe dit voorstel zich laat rijmen met de opvatting van het college en van de meerderheid van deze raad, dat er in deze gemeente geen behoefte is aan een verruimd kwijtscheldingsbeleid. De mogelijkheid om meer mensen voor belastingver mindering in aanmerking te laten komen is wel door de regering geboden, maar de motie die GroenLinks daarover op 5 oktober in deze raad heeft inge diend, werd door het college en daarna ook door een raadsmeerderheid, afge wezen. Datzelfde lot was trouwens ook zijn motie beschoren, waarin aan de raad werd voorgesteld om de uitkeringen uit het minimafonds wat op te trekken en aan te passen aan de kostenstijgingen. Als het college nu achteraf alsnog tot de conclusie is gekomen dat de minima toch wat meer steun benodigen, dan wordt dat door zijn fractie als een wat late bekering beschouwd, maar natuurlijk wel toegejuicht. Maar hij vraagt zich af hoe zich dat dan weer laat rijmen met de reactie van het college op zijn verzoek om aan alle bekende minima een éénmalige uitkering van f 250, te verstrekken. Het college wijst dit verzoek af en motiveert die afwijzing met de mededeling dat het college zo'n uitkering niet nodig vindt. In de brief van het college van 15 december, die hij gisteren ontving, schrijft het college het volgende, en hij citeert: "Wij zijn van mening met het ingestelde minimafonds reeds in voldoende mate tegemoet te zijn gekomen in het verlichten van de financiële positie van de uitkeringsgerechtigden met een minimum-inkomen.Hij zegt de zojuist geciteerde opvatting van het college absoluut niet te delen, maar als het college echt van mening is dat hij de minima reeds in voldoende mate tegemoet is gekomen, dan vindt hij dat het college consequent moet zijn en de raad moet voorstellen om deze motie van de gemeente Wymbritseradiel voor kennisgeving aan te nemen. Hij zal graag vernemen wat nu de werkelijke opvatting van het college is ten aanzien van de verbeteringen van de positie van de minima in deze gemeente Wethouder De Jong meent dat het niet nodig is een discussie op te zetten over moties, die er op 5 oktober zijn geweest over het minimafonds of een laatstelijk schrijven van de heer Van de Merbel, waarin hij vraagt de minima een speciale vergoeding beschikbaar te stellen. Het gaat hier over het beleid wat de minister wil maken. Het college wenst daarbij de gemeente Wymbritseradiel te ondersteunen in het totale beleid. De minister stelt niet of nauwelijks gelden beschikbaar en bepaalt dat alle andere zaken vanuit de gemeentelijke potjes bekostigd moeten worden. De minister kan

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1995 | | pagina 295