18 11Voorstel inzake reactie op Kademota 1995 van het Streekgewest Westelijk Noord-Brabant Mevrouw Moerman heeft de volgende opmerking met betrekking tot dit agendapunt Als bij het door het rijk erkende bestuurslaag, dergelijke overschrijdingen zouden plaatsvinden, stond iedereen op zijn achterste benen. Voor de burgers is het sowieso al niet goed zichtbaar wat het Streekgewest doet en nu moeten ze daar nog eens extra voor gaan betalen ook. Daarom zet de fractie van de Vrije Lijst ook grote vraagtekens bij de huishouding van het Streekgewest. Terecht dat de gemeente bezwaar wil aantekenen tegen deze Kadernota 1995. Zij zag graag dat het college binnen het cluster waartoe onze gemeente behoort, enkele medestanders kan vinden om samen bezwaar aan te tekenen. Dit zou misschien meer gewicht in de schaal kunnen leggen. Eigenlijk wil zij zeggen dat de fractie van de Vrije Lijst het college op alle fronten steunt in deze zaak. De heer Van de Merbel heeft twee vragen naar aanleiding van dit voorstel. Halverwege merkt het college op dat de raad waarschijnlijk halverwege maart 1995 een voorstel tegemoet kan zien aangaande de regionale Milieudienst. Waarom waarschijnlijk. Het is zo dat de evaluatienota van de regionale Milieudienst op 27 maart in ieder geval in de gewestraad aan de orde komt. Als het college dat voorstel niet in maart in de raad brengt dan komt het als mosterd na de maaltijd. Dat woord "waarschijnlijk" zou hij graag vervallen zien en wenst in wezen de toezegging dat het in maart in de raad komt. Onderaan datzelfde blad wordt verwezen naar een eerdere discussie in de raad met betrekking tot de consequenties van de uitspraak van de Raad van State over Heeren Vuilverbranding Roosendaal. Graag wil hij weten welke eerdere discussie hier bedoeld wordt. De voorzitter bedoelt hetgeen door hem werd gevraagd tijdens de rondvraag aan de vertegenwoordigers binnen het gewest. Zij komt later nog even terug op de opmerking over het woord "waarschijnlijk", maar wil nu even het woord geven aan de heer Bienefelt. De heer Bienefelt zegt dat er met een bepaalde regelmaat gesproken wordt over zaken die vanuit het Streekgewest worden toegestuurd. Geregeld wordt er vanuit de raad de boodschap meegegeven aan de vertegenwoordigers om toch te bewerkstelligen dat het gewest op een bepaalde manier behoudend werkt, en dan met name op financieel gebied en op het gebied van het aantrekken van nieuwe medewerkers Zaken die op dit moment wellicht redelijk lijken maar op het moment van samenvoegen met Stadsgewest op redelijk korte termijn ons zullen opzadelen met de gevolgen van die uitbreidingen en dan in financieel opzicht. Daarnaast worden er tussendoor nog geweldige uitschieters waargenomen en dat betekent dus bijvoorbeeld het voorvalletje met het R.M.D. waarbij op een simpele manier eventjes wordt voorgesteld een aanzienlijk bedrag te dekken. Het gemak waarmee dat gedaan wordt is in de ogen van het CDA enigszins verbijsterend. Elders in deze maatschappij wordt dat niet eventjes ingevuld. Hetgeen de zaken duurder maakt wordt op een simpele manier afgewenteld op de huishoudens in het hele Streekgewest. Het lijkt wel of men verwacht alsof die onuitputtelijke bronnen hebben om dat te financieren. Het CDA denkt dat het verstandig is een hele strakke vinger aan de pols te houden daar waar het gaat om de financiën van het Streekgewest en de heer Bienefelt hoopt dat het college in staat is dusdanige berichten af te geven dat het gewest zich daar ook iets van aantrekt. De voorzitter wil allereerst ingaan op het verhaal van de heer Bienefelt. Naar alle waarschijnlijkheid komt het college nog met de raad te spreken over deze zaak in maart of april. Het is een goede zaak om op de financiën te letten bij het Streekgewest. Zij wil al wel zeggen dat het

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1995 | | pagina 28