20
tieverstrekking aan raadsleden te maken tot een agendapunt voor de
commissie voor Bestuurlijke Aangelegenheden. Hij wil dit verzoek nu
graag herhalen en wil dus bij deze vragen of het college op de agenda
voor de commissie voor Bestuurlijke Aangelegenheden van 11 december
a.s. dit punt wil agenderen. Hij denkt dat het goed is, ook al heeft
men misschien nog maar een jaar te gaan in deze setting dat men nog
even goede afspraken maken over de wijze waarop raadsleden in staat
worden gesteld om hun werk goed en weloverwogen en verantwoord te
doen.
De heer Evers begrijpt het verhaal van de heer Van de Merbel niet
helemaal. De raad is op een gegeven moment duidelijk geïnformeerd.
Alleen was er geheimhouding opgelegd en dan is het voor de heer Van de
Merbel moeilijk om zich daarin te mengen.
De heer Van de Merbel protesteert en vraagt wat er aan de hand is met
geheimhouding
De heer Evers zegt dat de raad voldoende is geïnformeerd op die ge
plande bijeenkomst en hij vindt de opmerking van de heer Van de Merbel
over te weinig informatieverstrekking niet op zijn plaats.
De heer Van de Merbel protesteert ten felste tegen hetgeen de heer
Evers nu suggereert. Hij neemt dit niet van de heer Evers en vraagt of
hij dit terug wil nemen. Anders gaat hij de verhouding in dit laatste
jaar toch op scherp zetten.
De voorzitter merkt op dat de heer Van de Merbel zelf heeft gesproken
over het geven van gebrekkige informatie.
De heer Van de Merbel beaamt en herhaalt dit.
De voorzitter zegt dat de heer Van de Merbel zich beter had kunnen
laten informeren wanneer hij bij de genoemde bijeenkomst aanwezig
geweest was.
De heer Van de Merbel zegt dat hij zich vorige week niet op die verga
dering kunnen begeven. Hij heeft zich daartoe afgemeld omdat hij el
ders verplichtingen had. Hij wil nu niet aangesproken worden op het
feit dat hij er niet was en dat hij niet met geheimhouding om kan gaan
of iets in die aard.
De voorzitter interumpeert met te zeggen dat de heer Evers dit niet
heeft gezegd of gesuggereerd.
De heer Van de Merbel merkt op dat de voorzitter dit nu voor de heer
Evers zegt. Hij denkt dat de heer Evers het zelf beter kan zeggen. Hij
wil echter een ding duidelijk stellen, dat wat er ook besproken is in
die bijeenkomst, ieder raadslid ten allen tijde inzage moet kunnen
krijgen in een taxatierapport. Dit is hem echter tot drie keer toe
geweigerd. Het moet niet nodig zijn dat een raadslid drie maal terug
moet komen om zo'n rapport in te mogen zien. Een raadslid gaat hier
mee niet naar de krant. Dat vertrouwen mag de voorzitter een raadslid
geven zoals zij dit aan zichzelf geeft. Het inzien van stukken is het
enige wat hij vraagt en dit heeft niets te maken met geheimhouding.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming en overeenkomstig het
voorstel van burgemeester en wethouders overeenkomst het voorstel van
burgemeester en wethouders tot aankoop van gronden ingevolge de ge
meentelijke structuurschets.