14 ken, geen kennis kunnen nemen. Hij stelt dat op het moment dat men dit agendapunt heeft voor kunnen bereiden er geen schriftelijk advies was van de commissie Ruimtelijke Ordening en Milieu. Er is ook geen advies van de commissie O.C.S.W. Het is duidelijk dat dit er ook niet kan zijn. Dit raadsvoorstel komt te vroeg. Dit hangt dan samen met het laatste punt wat hij aanvoerde: er is geen voldoende financiële onder bouwing van dit voorstel. Wanneer men in een recent verleden voorstel de om bepaalde voorstellen te splitsen was dit niet mogelijk. Nu komt het college zelf met een voorstel waarin men duidelijk zegt dat men er wel geld voor beschikbaar wil stellen maar men laat na om aan te wij zen of een besluit uit te lokken op welke wijze dit gefinancieerd moet worden. Hij vindt dit een financieel beleid waarin hij zich bepaald niet in kan vinden. Hij vindt dit zelfs wat gevaarlijk. Men weet nu nog niet uit welke pot men het gaat betalen. Hij vindt dit zeer beden kelijk en hij ontraadt dan ook de collega-raadsleden om hiermee in te stemmen. Op deze wijze vult men eigenlijk ongedekte cheques in. Verder merkt hij op dat er onduidelijkheid is over de juiste omvang van de bijdrage van de gemeente. Er wordt nu gesproken over 63 x f 624,Dit is gekoppeld aan het aantal WVG-gerechtigden. Hij vraagt zich af waarom WVG-gerechtigden voor dit experiment gaan opdraaien. Ook al zou de raad besluiten dat dit bedrag niet direct gekort behoeft te worden op die financiële tegemoetkoming wordt het echter toch op voorhand uit de pot gehaald die bestemd is juist om ook die financiële tegemoetkomingen nu en in een wat verdere toekomst overeind te houden. Als dit nou het enige probleem zou zijn waar men voor gesteld wordt zou dat mogelijkerwijs ook voor zijn fractie nog bespreekbaar zijn om voorlopig dat hele bedrag uit die reserve te halen. Mocht dan straks blijken bij het opmaken van de jaarrekening dat er toch een overschot is kan men dat bedrag gewoon terugzetten in die reserve. Uit ervaring weet men dat de jaarrekeningen doorgaans toch florisanter uitvallen dan de begroting doet vermoeden. Deze kanttekening wil hij maken. Hij wil er echter aan hechten om duidelijk te maken dat zijn fractie het verband tussen KAPs en WVG niet wil leggen. Nogmaals de WVG-gerechtig den hebben hier niet uitdrukkelijk om gevraagd. Zij hebben geen schuld aan het feit dat er hier qua openbaar vervoer grote manco's zijn. Waarom wordt dan juist deze doelgroep daarvoor gebruikt De 63 mensen die gebruik maken van de WVG zijn afhankelijk van de gemeente betref fende de mate waarin de WVG-voorziening uitgevoerd wordt. Dat schept altijd voor de gemeente een bepaalde machtpositie. De gemeente beslist in wezen over het bedrag wat deze mensen beschikbaar krijgen. Hij denkt dat men het niet goed doet wanneer men die machtspositie zou gebruiken om mensen te dwingen om van dat systeem gebruik te maken. Hij vindt dat men dit niet moet doen en daar ook niet de ruimte voor moet verschaffen. Het college kan dan wel zeggen dat hij vooruit loopt op de discussie die in december volgt, dat moet dan volgens hem dan maar. Hij vindt eigenlijk dat in december pas deze hele discussie plaats moet vinden. Als het college überhaupt wil dat de raad hier een weloverwogen besluit over neemt, moet het college gewoon wachten tot de commissie O.C.S.W. vergaderd heeft en tot er enige inspraak is geboden en dan kan men op een goede manier alsnog tot definitieve besluitvorming komen waarbij de positieve insteek van zijn fractie voorop mag staan. Eén ding moet duidelijk zijn, het mag volgens zijn fractie absoluut niet ten koste gaan van de WVG-gerechtigden. Mevrouw Moerman merkt op dat haar fractie het KAPs echt een goede zaak vindt wanneer het van de grond zou kunnen komen. Uit het antwoord echter van Wethouder de Jong heeft zij kunnen begrijpen dat het opbou-

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1995 | | pagina 283