4 met zijn allen achterstaat of met zijn allen tegen is. Hij kan nu niet toezeggen in welk commissieverband men dit zou moeten doen. Er komen op dit moment nogal wat commissievergaderingen op eenieder af. De voorzitter merkt op dat het meestal te doen gebruikelijk is dat de stukken van het WVS een dag of vijf voor de vergadering binnenkomen. Zodra ze binnen zijn zal het college een kopie laten maken en voor de raadsleden ter visie leggen, zodat dezen de gelegenheid hebben om schriftelijk in de richting van het college te reageren, zodat die opmerkingen meegenomen kunnen worden naar de algemene bestuursvergade ring. De heer Van de Merbel merkt op dat de voorzitter niet wil toezeggen of er eventueel een mogelijkheid komt om er over te spreken, gelet op het belang van de zaak. Schriftelijk vragen indienen door raadsleden wordt vaak als een wandaad gezien. De voorzitter merkt op dat schriftelijk vragen indienen geen wandaad is en het betreft geen schriftelijke vragen maar opmerkingen die wet houder De Jong mee kan nemen. De heer Van de Merbel merkt op dat het ene raadslid dan niet weet wat de ander doet. Dit vindt hij niet zo praktisch. De voorzitter antwoordt dat ongeacht welk raadslid er opmerkingen maakt over het stuk van het werkvoorzieningsschap wat er nu aan zit te komen, het college deze opmerkingen zal rondsturen. De ingekomen stukken 1 tot en met 13 worden voor kennisgeving aangeno men. Ten aanzien van ingekomen stuk nr. 14 wordt besloten te reageren con form het ter inzage gelegde concept-antwoordt Ingekomen stuk nr. 15 wordt in handen gesteld van de commissie bezwaar- en beroepschriften. De heer Van de Merbel merkt op dat hij van het college nog een medede ling verwacht. De voorzitter deelt mede dat het college voornemens is om op 11 decem ber a.s. een commissievergadering van de commissie B.A. te beleggen. De heer Van de Merbel bedoelt niet de aankondiging van de vergadering van de commissie B.A. Hij bedoelt de stand van zaken met betrekking tot het kort geding. De voorzitter antwoordt dat zij dit niet wilde noemen. Deze zaak is bij de rechter en de advocaat heeft ten zeerste aangeraden om daar in alle talen over te zwijgen. De heer Van de Merbel merkt op dat het college onlangs een brief heeft gezonden aan de raad dat dit kort geding er aan zat te komen. Het college heeft in die brief toegezegd dat zij de raad zo goed mogelijk zou informeren. Onlangs is hij als raadslid, en hij neemt aan hij niet alleen, geïnformeerd omtrent de feitelijke uitspraak in het kort ge ding. Daar wil hij het college nu niet naar vragen. De voorzitter interrumpeert door te zeggen dat de advocaat het college met nadruk heeft gevraagd om in alle talen over deze zaak te zwijgen. Deze vergadering is via de radio in een groot aantal huiskamers te volgen dus de heer Van de Merbel moet begrijpen dat zij hier nu echt niets over zegt. Het is wel mogelijk om na de vergadering hierover gezamenlijk te spreken.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1995 | | pagina 273