2
De voorzitter concludeert dat notulen van 5 oktober behoudens de op
merking van de heer Van de Merbel tekstueel en inhoudelijk zijn vast
gesteld.
Vervolgens stelt zij de notulen van 26 oktober 1995 aan de orde.
De heer J. de Vos merkt op dat er op bladzijde 8 bij het antwoord van
wethouder de Jong wordt gesproken over de afvalput niet op asfalt
was gelegd". Dit moet volgens zijn fractie zijn "de afvalput niet op
afschot was gelegd". Vervolgens merkt hij op dat de heer de Jong ook
nog in dezelfde alinea opmerkt "Het heeft wellicht te maken met de
herbestrating van de De Polderstraat". Volgens hem heeft het probleem
wat de basisschool 't Kompas heeft gehad met de riolering niets te
maken met de herbestrating van de De Polderstraat omdat de riolering
is aangesloten op de drukriolering.
De heer Van de Merbel merkt op dat op bladzijde 3, 13 regels van on
der, wordt gesproken door wethouder De Jong over het ter inzage leggen
van de inspraakverordening. Dit moet volgens hem zijn de verordening
ABW.
De voorzitter antwoordt dat dit juist is. Men schrapt het woord "in
spraak" zodat er "verordening" komt te staan.
De heer Van de Merbel merkt vervolgens op dat er bladzijde 7, vijfde
regel staat: "maar het is wel vrij kostbaar". Hij zou dit graag veran
dert willen zien in:" maar dat is wel vrij kostbaar".
De voorzitter geeft wethouder de Jong de gelegenheid om te reageren op
hetgeen de heer J. de Vos heeft gezegd.
Wethouder de Jong merkt op dat de heer De Vos inderdaad gelijk heeft
er moet inderdaad afschot staan. Wat betreft de riolering van 't Kom
pas merkt hij op dat de fout is gemaakt tijdens de verbouw van de
school. Men heeft te maken gehad met deels oude en deels nieuwe riole
ring. In het beginsel is de aannemer inderdaad verantwoordelijk voor
eventuele constructiefouten, maar bij nader onderzoek blijkt het toch
te lang geleden om hier nog op terug te komen.
De voorzitter dat de notulen van 5 oktober 1995 en 26 oktober 1995
tekstueel en inhoudelijk met inachtneming van de diverse opmerkingen
zijn vastgesteld.
03Ingekomen stukken en mededelingen. Volgnr. 95-XII-121
De heer Haverkamp gaat in op ingekomen stuk 9, een schrijven van het
Werkvoorzieningsschap West-Noord-Brabant van 9 oktober 1995 waarbij
worden aangeboden het jaarverslag 1994 en de jaarrekening 1994.
Hij merkt op dat bij dit schrijven en ook bij ingekomen stuk 13 naar
voren komt dat er toch een behoorlijk "gat" in de begroting zit. Hij
heeft met verhoogde aandacht de jaarrekening en het jaarverslag bestu
deerd. Hij zag op een gegeven moment een vermogenspositie van het
Werkvoorzieningsschap waar menig bedrijf jaloers op zou zijn. Hij
vraagt zich af men aan het doen is. Hij ziet op een gegeven moment een
forse post bestemmingsreserves staan die men maar liefst doteert in
het voorgaande jaar van 13 miljoen. Geen wonder dat men de begroting
niet sluitent kan krijgen. Hij vraagt zich af of dit een verplichte
reservering is die het Werkvoorzieningsschap is opgelegd. Zo niet, dan
is het volgens hem de taak van het college om binnen de vergadering
van de WVS hier de aandacht op te vestigen. Door goed te sparen en
goede reserves aan te leggen maakt het WVS zich straks onbetaalbaar
voor de aangesloten gemeenten. Dit is een opmerking die hij niet al
leen bij punt 9 maar ook bij punt 13 wenst te plaatsen.