3
gediscussieerd over de Boerendijk en de Blaaksedijk. Spreker zegt wat
vragen te hebben aangaande de gevolgde procedure. Er zijn wat adverten
ties geplaatst. De laatste dateert van 16 september, waarin melding
gemaakt werd van een genomen verkeersbesluit, ingaand op 18 september.
Het hele karwei is dan een week bezig en hij vraagt zich af of hier de
procedure nauwkeurig is afgehandeld. Mensen krijgen de kans niet er
tegenin te gaan.
De Voorzitter merkt op dat het verkeersbesluit in twee gedeelten ge
plaatst is. Voordat met het karwei op 11 september begonnen werd, had er
ook een verkeersbesluit in de kranten gestaan. Door de publikatie te
splitsen, geef je de mensen de kans op onderdelen bezwaar te maken.
De heer Bienefelt zegt dat tussen het tijdstip van plaatsing van de pu
blikatie en de aanvang van de werkzaamheden slechts één dag, zondag, zit.
Men was op de hoogte van de reparaties aan de Boerendijk en Blaaksedijk
en ervan overtuigd dat het een noodzakelijk karwei betrof. Daar waar het
gaat over de verkeersremmers zijn de meningen echter verdeeld.
De heer Van der Spek merkt met betrekking tot het pleidooi van de heer
Bienefelt over startende ondernemers op, dat dat hem wel aanspreekt. De
vraag of het college dit probleem wat genuanceerder wil benaderen, is
door zijn fractie ook al eens bepleit. Hijzelf had daar toen over gezegd,
dat men op basis van wetgeving categorisch 'neen' kan verkopen. Dat
'neen' is dan terecht, omdat de wettelijke bepalingen daartoe ruimte
geven. Maar in de wetgeving zitten allerlei ontsnappingsclausules, die
óók gebruikt kunnen worden bij het innemen van een standpunt. Daaruit kan
een genuanceerder dan wel positief standpunt voortvloeien. Zodoende wordt
wellicht bereikt, dat een startende ondernemer toch wat ruimte krijgt.
De Voorzitter spreekt tegen dat het college op basis van wetgeving
categorisch 'neen' verkoopt, maar zij haalt nogmaals aan dat men altijd
langs het poortje van de Provincie moet. Startende ondernemers hebben
best een aantal kansen, maar ze willen op een bepaald moment groter
groeien en dan is er hier in het dorp best meer dan de nodige aandacht
voor, maar het buitengebied betreft - zeker bij de provincie - een ver
haal apart.
De notulen worden vervolgens - met dank aan de maakster - vastgesteld.
03Ingekomen stukken en mededelingen.
Naar aanleiding van ingekomen stuk nummer 4, brief van de heer en mevrouw
De Ruiter-Vermeulen van 23 juli 1995, inzake verloting bouwkavels bestem
mingsplan Oost III - merkt de heer Van der Spek op dat er een aantal
zaken zijn foutgegaan bij de behandeling van de toewijzing van een
bouwkavel aan de familie Vermeulen. Op zich is dat wel verklaarbaar,
omdat de correspondentie over 2 adressen liep en bovendien had er tussen
tijds nog een adreswijziging plaatsgehad. Als men daarentegen op het
gemeentehuis de vergissing tijdig had gesignaleerd, had de zaak terugge
draaid kunnen worden en was er niets aan de hand geweest. Dat is niet
gebeurd. Wel was men van mening dat er een bevredigende oplossing gevon
den moest worden, hetgeen uit de correspondentie te concluderen valt.
Zijn fractie heeft kritiek op het standpunt van het college zoals ver
woord in het concept-antwoord aan de familie De Ruiter, namelijk dat de
gemeente geen schuld of grove nalatigheid kan worden verweten. Dat is
zijns inziens nog maar de vraag. Bovendien worden in het concept-antwoord
een paar argumenten naar voren gebracht ter verdediging van het standpunt
van het college, die zijns inziens juist tégen de handelwijze van de
gemeente pleiten. Hij citeert uit genoemde concept-brief: "Overigens zijn
wij van mening dat de gemeente in deze geen schuld of grove nalatigheid