16
niet zozeer in verwarring maar vroeg zich af wat er nu weer aan de
hand was. In zijn algemeenheid moet hij zeggen dat hij aan handteken
ingenlijsten een relatieve waarde toekent. In die zin dat individuele
reacties hem meer aanspreken. Hij doet daarmee echter geen afbreuk aan
de handtekeningen die de mensen gezet hebben, hij wil niet beweren dat
men zomaar klakkeloos tekent, maar nogmaals, de neiging om een handte
kening te zetten onder een collectief schrijven is groter dan om
persoonlijk een brief te schrijven. Men wil ook iemand niet graag
doorsturen die met lootjes langs de deur komt.
De heer Bienefelt vraagt hoe het in 1993 is gegaan met de handtekenin
gen.
De voorzitter antwoordt dat de mensen van de Boerendijk vanuit de
handtekeningzetters een aantal woordvoerders naar voren hebben gescho
ven. Die woordvoerders hebben tot twee keer toe een uitnodiging gehad
voor een gesprek öp het gemeentehuis in de afgelopen tijd. Die woord
voerders zijn toen, met die mensen die hun handtekening hebben gezet,
hier gekomen omdat dat zo gegaan was bij de handtekeningen van 1993.
De heer Bienefelt vraagt aan de heer Van de Merbel of het zo is dat
hijwanneer het hem uitkomt de mening van de burgers respecteert
Komt het hem niet goed uit, zegt hij dan dat hij niet zo aan handte
keningen hecht
De heer Van de Merbel antwoordt dat hij aan handtekeningenlijsten in
het algemeen relatieve waarde toekent. Hij heeft juist verklaard dat
hij aan individuele reacties, doorgaans meer waarde hecht. Hij heeft
het voorbeeld gegeven dat wanneer men aan de deur komt voor lootjes
men de mensen ook niet doorstuurt. Dit werkt een klein beetje door bij
dit soort zaken. Hij geeft hiermee aan hoe hij over het algemeen over
handtekeningenlijsten denkt. Hij heeft de lijsten echter ook met
elkaar vergeleken. Het zijn soms exact dezelfde mensen die om ver
keersdrempels en wegversmallingen vroegen en nu tegen deze maatregelen
zijn. Daarvan ontgaat hem dan een klein beetje de logica. Dat betekent
echter niet dat hij in uiterste verwarring is gebracht. Men moet toch
als raadslid op een gegeven moment uit een veelheid van meningen de
echte waarde van datgene op tafel halen. Men moet hierin dan zoveel
mogelijk de betrokkenen betrekken.
Er is door de heer Bienefelt gezegd dat er op de Boerendijk op dit
moment nog niets aan de hand is. Wanneer men echter als fietser over
de Boerendijk rijdt is men blij dat men heelhuids thuis kan komen,
zonder dat men dan door automobilisten van de dijk afgereden is.
Hij heeft zeker wel bedenkingen tegen het voorstel van het college.
Hij vindt het teleurstellend dat het college niet tegemoet komt aan
een bij GroenLinks vurig levende wens om toch iets te doen aan de
fietsstroken. De zaken liggen hierin echter dichtgetimmerd. Hij kan
daar op dit moment ook niet veel aan veranderen. Hij heeft bedenkingen
tegen de werkwijze waarop het hele werk is aanbesteed. Daarnaast moet
hij ook zeggen dat hij de voorbereiding via de commissie Openbare
Werken bepaald niet optimaal vindt. Hij wil hierover binnenkort in de
commissie Bestuurlijke Aangelegenheden graag nog eens van gedachten
wisselen omtrent de werkwijze van het college in het algemeen op dit
punt. Hij is de mening toegedaan dat men commissieleden, ook burgerle
den die wat minder over inside information beschikken, vroegtijdig van
stukken moet voorzien, zodat men een degelijk oordeel en advies kan
geven waarin men in de raad naar kan verwijzen. Dit is nu niet ge
beurd.
Voorop staat echter het voorstel van het college dat er iets gedaan
moet worden aan de verkeersveiligheid aan de Boerendijk, Kadedijk en
Stoofdijk. Hij redeneert zo: beter een half ei dan een lege dop. Hij