14 De heer Ni]hoff merkt op dat de ene weg niet de andere is. Hij denkt dat de Parallelweg zich wel voor deze stroken leent omdat deze breder is. Hij is van mening dat het binnen de bebouwde kom op de Kadedijk niet strikt noodzakelijk is om fietssuggestiestroken aan te leggen. De kosten zijn ook dermate hoog zodat de commissie heeft gemeend de fietsstroken weg te laten. Vandaar dat dit in het voorstel van het college niet is teruggekomen. De voorzitter merkt ten aanzien van de fietsstrook op dat de Kadedijk straks van een heel andere signatuur zal worden. Het is weliswaar zo dat de Kadedijk en de Parallelweg allebei 50-km wegen zijn. Aan de Kadedijk wordt echter aan beide zijden parkeerstroken aangelegd. Daarmee zou het effect van de rode strook binnen de bebouwde kom voor een gedeelte teniet gedaan worden. Dat is nog een argument waarom het college besloten heeft de fietssuggestiestroken niet aan te leggen. Met betrekking tot_ de fasering zegt zij dat naar aanleiding van het bezwaarschrift van de heer Bom en de NCB het college de afgelopen dagen nog eens heel goed gekeken heeft naar de plannen. Het college is zover gekomen dat men kan zeggen dat in de termijn van 11 tot en met 29 september de Stoofdijk en de Boerendijk aangepakt worden. Daarmee zorgt het college in ieder geval, doordat er heel veel materieel op ingezet wordt, dat de overlast voor het landbouwverkeer minimaal zal zijn. Doorgaand verkeer wordt van geval tot geval omgeleid. Bestem mingsverkeer kan ter plaatse terecht. De heer Bienefelt merkt op dat de verplaatsing van het informatiebord op de Parallelweg een goede zaak is. Het is wel zo dat men nu vier weken lang behoorlijk veel geluk heeft gehad, dat er nog niets bijzon ders op de Parallelweg is gebeurd. Het is natuurlijk toch een demon stratie. Punt een: dat het college iets heel anders neerlegt zonder dat het college er de raad over informeert. En dat het college daar aansluitend extra voorzieningen bij moet zetten om het gevaar een beetje te keren. Er staan nog steeds knipperlichten op hetgeen wat in feite veiligheidsverhogend moet werken. Dit voorbeeld meegemaakt hebbende is hij bang dat dit dus in meervoud ook bij die andere ver keersremmers op zal treden. Waar erg makkelijk aan voorbij wordt gegaan is het verschil in breedte van de wegen. Men moet ook kijken hoe dergelijke maatregelen zich verhouden met de directe omgeving. Voor wat betreft het antwoord van de voorzitter omtrent de procedure merkt hij op dat hij in het geheel niet van overtuigd is dat dat afdoende is. Hij heeft ook geen zin om de zaken hier verder uit te gaan spitten. Hoe men het ook went of keer twee derde van de bewoners van de Boerendijk is tegen de voorgestelde maatregelen. Het is in de rapportage van BRO niet aangetoond dat de Boerendijk onveilig is. Er wordt in de rapportage gesproken over een onveiligheids- en veilig heidsgevoel. De bewoners zeggen nu wanneer de onveiligheid door middel van de voorgestelde verkeersremmers bestreden dient te worden men eerst maar wat beters moet verzinnen. Het college en de andere frac ties zeggen dat wanneer men A zegt men ook B moet zeggen. En vooral niet iedere keer van gedachten moet veranderen. Het gaat om de mensen die aan de Boerendijk wonen en die zeggen, gezien de oplossing die men aanbiedt, dat men behoorlijk de teil in gaat. Daarnaast is het natuur lijk zo dat de maatregelen ook de andere inwoners van Fijnaart en Heijningen betreft. Die gaan ook bijvoorbeeld af en toe naar Klundert Dan houdt hij zijn hart vast. Op het ogenblik is er allemaal niets aan de hand. Straks echter ontmoet men midden in de polder een paar obsta kels. Hij denkt dat dat niet goed is. Daar is niemand mee gediend. ïjn fractie vraagt zich in alle gemoedsrust af voor wie het college deze maatregelen neemt. Voor de mensen die er wonen: die willen het

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1995 | | pagina 181