4
05Voorstel tot benoeming plaatsvervangende burgerleden commissie Ruimte
lijke Ordening en Milieu. Volgnr. 95-VIII-90.
De raad besluit met 11 stemmen voor de heer A.Ph. Verhagen namens de
V.V.D. aan te wijzen als plaatsvervangend burgerlid commissie Ruimte
lijke Ordening en Milieu en met 10 stemmen voor en 1 stem blanco de
heer W. van Ham aan te wijzen als plaatsvervangend burgerlid commissie
Ruimtelijke Ordening en Milieu.
06Voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit ex artikel 21 Wet
R.O. voor het gebied Molenstraat/Appelaarseweg. Volgnr. 95-VIII-82.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voor
stel van burgemeester en wethouders dat een nieuw bestemmingsplan
wordt voorbereid ex artikel 21 Wet R.O. voor het gebied Molenstraat
Appelaarseweg
07Voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit ex artikel 21 Wet
R.O. voor het gebied centrum Fiinaart. Volgnr. 95-VIII-83.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voor
stel van burgemeester en wethouders dat een nieuw bestemmingsplan
wordt voorbereid ex artikel 21 Wet R.O. voor het gebied centrum
Fijnaart.
08Voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit ex artikel 21 Wet
R.O. voor het gebied Dintelmond. Volgnr. 95-VIII-84.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voor
stel van burgemeester en wethouders dat een nieuw bestemmingsplan
wordt voorbereid ex artikel 21 Wet R.O. voor het gebied Dintelmond.
09Voorstel tot vaststelling van een voorbereidingsbesluit voor het
nerceel Blaaksediik 9. Volgnr. 95-VIII-92.
De heer J. de Vos merkt op dat de fractie van de Vrije Lijst geen
enkele moeite heeft met dit plan. Zeker niet nadat zijn fractie hier
over enige mondelinge uitleg heeft gekregen. Zijn fractie is verheugd
te mogen constateren dat er altijd nog mogelijkheden zijn voor parti
culieren om de bestemming van hun pand te kunnen wijzigen. Zijn frac
tie zal te zijner tijd ook met een voorstel komen om ook andere parti
culieren voor te dragen om van deze mogelijkheid gebruik te gaan
maken, zodat hun handel niet verloren gaat en zij een kans krijgen een
eerlijke boterham te verdienen. Toch bekruipt hem bij deze werkwijze
het ellendige gevoel dat met deze toestemming het door de jaren heen
niet bij de stalling van 1 boot en 1 caravan zal blijven en geleide
lijk aan de schuur toch weer tot aan de nok gevuld zal gaan worden.
Het college zal dan moeten ingrijpen door middel van aanschrijvingen
tot sluiting met alle nare gevolgen vandien. Hij adviseert om bij
voorbaat deze vermoedens uit te sluiten.
De voorzitter antwoordt dat het college een bestemmingsplannetje zal
laten vervaardigen waarin getracht zal worden datgene de heer J. de