3 betrekking tot de verloting van bouwkavels. Hij merkt op dat de WD, naar aanleiding van de stukken die hierbij betrokken zijn, het niet op zijn plaats vindt, dat iemand die niet ingeschreven heeft voor de loting, toch op een dubieuze manier een kavel krijgt toegewezen. De WD is tegen deze afwikkeling van dit gebeuren. De heer Van de Merbel merkt op dat er een schrijven aan de orde is van een familie over een klacht die deze familie heeft omdat het bij de verloting van de bouwkavels in Oost III niet gelopen is zoals het had moeten lopen. Het college merkt bij dit schrijven op dat het zal trachten een bevredigende oplossing te vinden en het college wil de raad hierover in de maand september inlichten. Wanneer het college daarmee bedoelt dat het een oplossing zoekt die ook voor de betrokken familie bevredigend is, is hij daar blij mee en wenst hij het college daarbij veel succes. Het college voldoet daarmee tevens aan een van de schriftelijke vragen die hij over deze zaak al in juli aan het college heeft gesteld en waar hij overigens nog antwoord op tegemoet ziet. Hij wil echter een broedende kip niet storen, maar hij vraagt of de voorzitter alvast kan aanduiden in welke richting het college de oplossing zoekt. De voorzitter antwoordt dat wanneer de heer Van de Merbel een broeden de kip niet wil storen, hij ook zal begrijpen dat het college vanavond niet kan zeggen hoe het denkt de zaak op te lossen. Hier is toch nog wel wat meer tijd voor nodig. Wat betreft de opmerking van de heer Breure merkt zij op dat het college hier kennis van neemt, maar dat men er echter niets mee kan. Het college kan niet voorkomen dat dit soort zaken gebeuren. De heer Van de Merbel merkt op dat hij niet gevraagd heeft om precies de oplossing te vertellen. Hij heeft echter gevraagd welke kant het college uit denkt. Het college zal misschien goede redenen hebben om het op dit moment niet aan de raad kenbaar te maken. Als de zaak hier zelf mee gediend is, wenst hij het college veel succes. Verder vraagt hij of het college de betrokken familie al heeft laten weten dat men op zoek is naar een oplossing. De voorzitter antwoordt dat de familie in ieder geval een ontvangstbe vestiging heeft gehad. Ingekomen stuk nr. 28 wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders in handen gesteld van het college van burgemeester en wethouders ter afwerking. De heer J. de Vos merkt op dat er eigenlijk nog een ingekomen stuk nr. 29 had moeten zijn. Hij mist een brief van een meneer uit Heijningen. Deze man heeft een sportschool in Heijningen. Deze heeft ook een brief geschreven aan het college en aan de raadsleden. Hij heeft hem niet in de portefeuille gevonden. Hij vraagt of die brief misschien is zoekge raakt De voorzitter antwoordt dat er enige twijfel is of bedoelde brief ook bij het college is binnengekomen. Dit zal nagegaan worden. 04Voorstel tot benoeming burgerlid en plaatsvervangend burgerlid van de commissie Onderwijs. Cultuur. Snort en Welziin. Volgnr. 95-VIII-78. De raad besluit met 11 stemmen voor de heer C.L.M. Hazen aan te wijzen als burgerlid van de commissie O.C.S.W., en de heer K.J. Smael als plaatsvervangend burgerlid van de commissie O.C.S.W.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1995 | | pagina 170