23 collegevergadering een unaniem besluit is genomen. En dan is het toch niet geheel zonder bedoeling wanneer u vervolgens in een brief aan de desbetreffende burger uitdrukkelijk laat weten dat niet iedereen in het college met dat besluit heeft ingestemd. Zijn vraag is dus: Van waar opeens die uitzonderlijke openheid? Wanneer er met deze handel wijze geen gemeentelijk belang werd geschaad, zoals het college be weert, kan het college dan aangeven welk of wiens belang gediend is met deze presentatievorm van een collegebesluit. Ook het antwoord op vraag 3 is voor de heer Van Merbel zeker niet overtuigend. Vorig jaar augustus vond het college nog dat een erfafscheiding een onaanvaardbare inbreuk maakte op de openheid zoals die in het bestem mingsplan Fendertshof en omgeving is vastgesteld. In de antwoordbrief maakt het college niet duidelijk waarom een rechtsgeldig genomen collegebesluit niet wordt gehandhaafd en waarom een door het college onaanvaardbaar geacht bouwwerk wel wordt gehandhaafd. Het college laat de indruk ontstaan dat er in dit geval sprake is van een gedoogde vorm van burgerlijke ongehoorzaamheid. Inmiddels heeft hij op 15 juni jl. antwoord ontvangen op de door hem op 15 oktober vorig jaar gestelde raadsvragen over aanwending van gelden uit de saldireserve voor de navordering van het Werkvoorzie ningsschap. Het heeft praktisch geen zin meer om over deze kwestie nu nog lang verder te discussiëren. De antwoordbrief echter, vormt geen overtuigende bijdrage aan de door hem beoogde bevonden waarheid. De voorzitter merkt met betrekking tot het laatste punt met betrekking tot de W.V.S. op dat er meerdere malen tegen de heer Van de Merbel is gezegd dat het gedaan is zoals het gedaan is en waarom. Dit is nog maals schriftelijk bevestigd omdat eerdere antwoorden in de raadscom missie financiën hem kennelijk niet konden overtuigen. Nu heeft hij in ieder geval schriftelijk bericht en dat is dan altijd weer beter dan dat hij zegt dat zijn brief niet wordt beantwoord. Met betrekking tot de andere vragen wil zij eerst even overleggen binnen het college. De heer Breure vraagt of het niet beter is om dan eerste alle vragen maar te horen want misschien zit daar ook nog iets tussen waarover zij binnen het college wil overleggen. De voorzitter zegt dat de heer Breure daar gelijk in heeft en geeft vervolgens het woord aan de heer J. de Vos. Allereerst wil hij het college en overige raadsleden mede namens zijn vrouw bedanken voor de felicitaties in welke vorm dan ook. Vervolgens stelt hij de volgende vraag. Daar in de kern van de gemeen te drie bouwprojecten tegelijkertijd van start gaan vindt de Vrije Lijst het zo zoetjesaan tijd worden om eens te informeren naar het vierde project, namelijk de de Polderstraat in Heijningen. Misschien dat het college denkt dat na de oplevering van de prachtige bestrating van de de Polderstraat, Heijningen nu geen verlangens meer zal hebben, maar dan heeft het college het mis. De fractie van de Vrije Lijst heeft op serieuze wijze het college van informatie voorzien en zij vraagt dat ook van het college. Met andere woorden hoe staat het momenteel met het plan om ook daar weer woningen te gaan bouwen. De heer Breure heeft enige vragen en opmerkingen naar aanleiding van het artikel in het Brabants Nieuwsblad van 21 juni jongstleden. Er wordt gesteld dat er anonieme klachten zijn binnengekomen voor wat betreft de mestopslag bij Loonbedrijf Fijnaart b.v.. Anonieme klachten zijn voor hem geen klachten. Je moet er maar voor uit willen komen dat

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1995 | | pagina 161