6 scheldingsbeleid hetgeen niet werd gevraagd. Nogmaals de Vrije Lijst kiest voor het F.N.V.-voorstel daar dit voor betrokkenen veel meer klaarheid verschaft, bovendien deelde voorzitter in de raadsvergade ring van 20 april jongstleden mede dat men de brief aan het F.N.V. zou aanpassen, dit naar aanleiding van kritiek geuit door drie fracties, hetgeen niet is gebeurd. De heer Van de Merbel wil het college er op wijzen, dat de F.N.V. in haar brief vraagt om een "echt" antwoord en dat zij daarbij het woord "echt" bepaald niet tussen aanhalingstekens hebben geplaatst, wat het college wel heeft gedaan. Het F.N.V. wil van onze raad een echt ant woord en hij vindt dat men daar terecht om vraagt. Want de antwoord brief die de gemeente op 1 mei jongstleden aan het F.N.V. heeft gezon den, gaf inderdaad geen enkel antwoord op datgene wat men feitelijk gevraagd had ten aanzien van het gemeentelijk heffingenbeleid. Die antwoordbrief vormde trouwens geen correcte weergave van datgene wat er op 20 april jongstleden in de raadsvergadering over dit onderwerp is afgesproken. Ook de nu weer door het college opgestelde concept brief is voor zijn fractie niet acceptabel. In de raadsvergadering op 20 april 1995 is de afspraak gemaakt dat de door het F.N.V. aangekaar te zaken nog voor 20 juli 1995 besproken zullen worden in de commissie Financiën. Het kan niet zo zijn, dat de raad vanavond, vooruitlopend op die bespreking in de commissie reeds zou beslissen om negatief te antwoorden op de brief van het F.N.V. van 23 maart jongstleden. Boven dien kan hij zich niet vinden in de toonzetting van de door het colle ge opgestelde concept-brief. Een hooghartige houding is nooit goed en ook in dit geval zeker niet op haar plaats. Hij stelt voor dat men aan het F.N.V. schrijft dat ook hun voorstellen inzake het heffingenbeleid worden besproken in de commissie Financiën en dat de raad daarna zal beslissen of en zo ja, in welke mate, aan die voorstellen tegemoet kan worden gekomen. Dit is wat men ook op 20 april had besloten. De voorzitter zegt dat gelet op hetgeen er gezegd is dat men zal nagaan wat er precies in de raadsvergadering van 20 april door de voorzitter is toegezegd en naar aanleiding daarvan zal al dan niet aanpassing van de brief plaatsvinden. Bovendien is het zo dat het niet mogelijk zal zijn om voor 20 juli een commissie Financiën te houden vanwege het feit dat de chef Middelen dan niet beschikbaar is. Het spijt haar dat men die termijn van de 20e juli niet haalt. De heer Van de Merbel wil opmerken dat de voorzitter drie maanden geleden de datum 20 juli vrij pertinent in het vooruitzicht heeft gesteld. Toen was waarschijnlijk toch ook wel bekend dat bepaalde mensen in de vakantietijd afwezig zouden zijn. Kan de voorzitter dan zeggen wanneer dan wel de commissie Financiën zal zijn, dit houdt namelijk ook verband met het feit dat het eventuele nieuwe beleid voor wat betreft kwijtscheldingen en dergelijke, nog gevolgen kan hebben voor het lopende jaar. En als men dat al te ver doorschuift naar het eind van het jaar, dat heeft men er niets meer aan. Aan de orde is ondermeer de vraag of het verruimde kwijtscheldingsbeleid ook nog op 1995 kan worden toegepast. Als men pas in december daarover gaat beslissen dan is dat mosterd na de maaltijd. De heer Bienefelt zegt dat er nogal gereageerd wordt op de toonzetting van de brief, dat frappeert hem een beetje en hij vindt het ook bui tengewoon vervelend. Als men op de een of andere manier eisen stelt aan de correspondentie of aan taalgebruik, dan denkt hij dat men het van objectiviteit moet voorzien. Hij kan wel zeggen dat als hij de brief van het F.N.V. leest dan ziet hij daar ook weinig respect in voor de geadresseerde. Hij is er een groot voorstander van om met

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1995 | | pagina 144