5
De voorzitter antwoordt dat het college van mening is dat er op een
correcte wijze omgegaan is en zij denkt dat het duidelijk mag zijn dat
het college erg veel moeite heeft met het links en rechts kappen van
bomen, wanneer dat geen populieren zijn.
Wethouder Niihoff denkt dat de heer Van de Merbel niet voor niets deze
brief heeft ingediend bij de gemeenteraad. Er komen meer verzoeken om
bomen weg te halen, waar men dat niet wil en over het algemeen wordt
daar negatief op gereageerd. Het blijkt in dit geval dat iemand, die
toch dicht bij de natuur staat, als men zijn politieke afkomst be
kijkt, hemel en aarde beweegt om die boom weg te halen. Men heeft er
uiteindelijk in toegestemd, niet van harte, omdat men toch precedenten
gaat scheppen maar aan de andere kant heeft het college gedaan wat men
kon, zelfs de boom nog gesnoeid alleen dat mocht ook niet baten. Het
college betreurt het dat de boom daar persé weg moest en men hoopt dat
het niet te veel voorkomt dat men bomen her en der weg moet halen.
De heer Van de Merbel neemt nota van de ontroerende adhesiebetuigingen
aan de doelstellingen van Groenlinks en zegt dat hij twee goede rede
nen had om deze kwestie in een openbare vergadering van de raad aan de
orde te stellen. Enerzijds wilde hij bekend maken welke omgangsvormen
dit college van burgemeester en wethouders door dik en dun gesteund
door onder meer de heer Bienefelt er kennelijk op na houdt. Anderzijds
wilde hij bereiken dat eenieder kan controleren onder welke intimide
rende voorwaarden er door de gemeente een eikeboom naast zijn woning
is verwijderd. Intimiderend in die zin dat er in de brief stond dat
het een ramp voor de gemeente zou zijn, wanneer bekend zou worden dat
die boom naast zijn woning verwijderd zou worden. Als men dat aan het
adres van Groenlinks zegt dan blijft zo'n brief niet zo maar in een
dossier bij de gemeente die moet in een openbare vergadering op tafel
komen. Voor dat soort intimidaties buigt Groenlinks dus niet. Zijn
doel is bereikt, het is in de openbaarheid.
Vervolgens wordt ingekomen stuk 06 conform het voorstel voor kennisge
ving aangenomen.
De ingekomen stukken 07 tot en met 09 worden conform het voorstel voor
kennisgeving aangenomen.
De heer J. de Vos wil reageren op de ingekomen stuk 10 (brief van het
F.N.V. van 7 mei 1995, ingekomen op 9 mei 1995, waarin zij om een
"echt" antwoord vragen op hun vraag over verruiming kwijtscheldingsbe-
leid) en zegt dat het F.N.V. hierin vraagt voor de absolute minima de
invoering van een 50%-heffing voor gemeentelijke heffingen. 1 mei 1995
antwoordt men namens de gemeenteraad dat vanuit het Rijk een verrui
ming komt van het kwijtscheldingsbeleid, deze verruiming wordt bereikt
door het forfairtaire percentage van de kosten van het bestaan te
verhogen tot maximaal 95% van een bijstandsuitkering. Dit wordt gere
geld door artikel 255 van de Gemeentewet. Namelijk door uitbreiding
met de bepaling dat de gemeenteraad bij afzonderlijk besluit in een
ruimer kwijtscheldingsbeleid kan voorzien. De belofte dat binnen een
termijn van drie maanden de zaak aan de orde wordt gesteld in de
commissie van Financiën wordt gedaan. Bij brief van 12 mei 1995 ant
woordt het F.N.V. dat men dit kwijtscheldingsbeleid toejuicht doch dat
men dat niet bedoelde. Het F.N.V. vraagt nogmaals om per 1 januari
1996 de gemeentelijke heffingen met 50% te verlagen voor de absolute
minima. De fractie van de Vrije Lijst vindt dit een goede zaak en
geeft dan ook aan deze regeling de voorkeur boven het afwachten van
het advies van de commissie van Financiën over het te voeren kwijt-