3 Zij is van mening dat mevrouw Moerman in een aantal zaken en liefst in alle zaken haar op haar woord moet geloven. In derde termijn wordt hierop niet ingegaan. De heer Breure staat volledig achter de woorden van de voorzitter. Hij was die avond ook hier aanwezig, van het begin af aan. Hij heeft het er ook met Van der Spek over gehad en wat de voorzitter zegt is vol komen waar. De heer Van de Merbel zegt dat door de voorzitter in de vorige raads vergadering geen gevolg is gegeven aan zijn uitnodiging om te herroe pen wat er in een eerdere raadsvergadering mede door haar toedoen, in strijd met de waarheid is gezegd over de gang van zaken tijdens een bepaalde vergadering van de commissie Ruimtelijke Ordening en Milieu. Inmiddels heeft men ook kennis kunnen nemen van de woordelijke tekst van de notulen van de betreffende commissievergadering. Die notulen bevestigen de redelijkheid van zijn verzoek om een openbare correctie van de door haar gedane onware uitspraken. De voorzitter interrumpeert de heer Van de Merbel dat dit geen onware uitspraken zijn en als hij zo doorgaat ontneemt zij hem het woord. De heer Van de Merbel vervolgt dat zij echter De voorzitter interrumpeert opnieuw dat zij het beneden peil vindt dat de heer Van de Merbel dit soort verhalen houdt. Dat mevrouw Moerman dit zegt en dat zij vraagt dit aan te houden, daar heeft zij begrip voor, maar dat de heer Van de Merbel nu ondanks het feit dat door mevrouw Moerman deze zaak al aangekaart is hij er nog op terugkomt, terwijl zowel de heer G. de Vos als de heer Van der Spek hier niet aanwezig zijn acht zij niet juist. Zij wenst dat hij de woorden van onwaarheid spreken terugneemt en anders ontneemt zij hem het woord. De heer Van de Merbel zegt dat nu de voorzitter en niet de heer De Vos of de heer Van der Spek, nadrukkelijk heeft geweigerd om aan zijn redelijke wens tegemoet te komen ,hij heeft moeten constateren dat zij als burgemeester hebt opgehouden het vertrouwen van de fractie van Groenlinks te genieten. De heer Bienefelt zegt dat het soms frappant is om mee te maken dat zaken toch vrij snel tot een merkwaardig niveau stijgen ofwel zakken. Er wordt aan de werkelijkheid voorbijgegaan, terwijl men dus continu eert wat in de vorige raadsvergadering is geprobeerd af te sluiten. Zowel G. de Vos als Van der Spek hebben gezegd dat zij vantevoren de vraag van Van der Spek hebben vernomen. Van der Spek heeft zelf gezegd dat als het niet was toegestaan door de commissie hij gelijk weer was opgekrast, die moeite was hem waarschijnlijk te veel geweest. Het ging hem er puur om, dat was ook de insteek van de fractie van het CDA, dat het ook in die vergadering belangrijk was dat die partij vertegenwoor digd was. Als dan een raadslid een burgerlid vervangt dan kun je daar best nog wel wat over brainstormen of je aansluitend ook weer een nieuw reglement in het leven roept. Op dat moment en in die situatie is daar door niemand gezegd:" Van der Spek jij hoort hier niet", dus die is gewoon blijven zitten. Het is alleen zo geweest dat het door Van der Spek gekozen moment, namelijk voor de vergadering, voor bui tengewone verwarring heeft bijgedragen zowel bij de heer Van de Merbel als bij de Vrije Lijst. Het treurige is dus niet dat Van der Spek er is gaan zitten, het treurige is dat volwassen mensen zeggen dat er wordt gelogen. Er wordt gevraagd om zaken terug te nemen, die wat betreft inhoud daarvoor niet geschikt zijn, daarnaast is het zo, dat men nog tot in den treure kan praten over dingen die niet op de band komen te staan en die wel hier in alle simpelheid en zonder te vermoe den dat daar ook maar enigerlei zout op slakken wordt gelegd. Het is

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1995 | | pagina 141