28 fracties. Hij denkt dat het een beetje is ingegeven door het eigen standpunt. Men zou bijvoorbeeld ook eens de volgende keer, als de verhoudingen wat anders zijn, de leeftijden van de leden eens op kunnen tellen en kijken hoe dat uitkomt. Of man en vrouw, dat is weer wat anders. Wat dat betreft sluit hij zich toch aan bij wat de heer Van de Merbel zei, daar zijn reglementen voor en die zal men dus ook daarbij moeten hanteren. En het is meent hij, vandaar ook dat de pers zo'n grote belangstelling heeft voor dit onderwerp, zodanig zelfs dat zij vroegen om rekening te houden met de sluitingstijden van de redac ties, dat de heer Van der Spek echt niet bang hoeft te zijn dat zijn standpunt niet naar buiten komt. Ook al is het dan niet het meerder heidsstandpunt van de raad. Afsluitend meent hij, alles overwegende dat men als gemeente Fijnaart en Heijningen dan ook zeker als burgers van die gemeente, beter af is met samengaan met Willemstad en Stand- daarbuiten, dan met een groter geheel zoals nu wordt voorgesteld. De heer Bienefelt voelt ook weinig voor de manier van optellen van de heer Van der Spek. Hij zou liever een variant op het voorstel van de heer De Vos willen doen en dan het uit te drukken in kilo's. Er is vanavond met een aantal getallen nogal kwistig omgesprongen. Men heeft op dit ogenblik te maken met het voorstel van de provincie, daar wordt gesproken over 12.500, eigenlijk vindt iedereen 18.000 beter. Op dit moment vindt een beetje de neiging plaats om te constateren dat 36.000 twee keer zo goed is als 18.000. Dat is nu juist hetgeen waarvan hij denkt dat het niet zo is. Er zijn verder geen bewijzen voor, maar iedereen heeft daar kennelijk zijn eigen emoties bij. Hij denkt dat de Vrije Lijst er niet alleen aan gewend is om te moeten vechten omdat men in Heijningen denkt dat men klein is. Men is er niet alleen aan gewend, maar kennelijk ook aan gehecht, want zou hun wens in vervul ling gaan dan moet men gewoon met zijn allen door blijven vechten. Misschien kan men dan nog wat van hen leren, maar in dat opzicht is hij het ook met de heer De Vos eens, zoals hij zegt: "we denken niet dat Heijningen op alle fronten heeft moeten vechten om dat te krijgen waar ze recht op hebben". Dat is een andere discussie. Hij heeft bij zijn collega van Groenlinks mogen bespeuren dat hij ook zegt als men het doet, moet men het goed doen. Hij koppelt dat natuurlijk ook weer aan dat getal en dat gaat naar zijn gevoel dus niet op. De VVD heeft indertijd het verschijnsel Groot-Zevenbergen ongeveer uitgevonden en het is dus waarschijnlijk zo dat daar patent op is aangevraagd. Hij kan zich niet voorstellen dat die nog op enigerlei wijze tot bewegen zijn aan te zetten. Als hij kijkt wat er tot nu toe door de provincie is aangedragen, waarbij Fijnaart dus een gemeente kan vormen met twee anderen en dat op een bepaalde manier goed kan doen, dan heeft hij toch het gevoel, dat degene die denkend aan 18.000 overspringen naar 35.000 en daar dus een soort gevoel van gelukzaligheid bij denken aan te treffen, op die manier Fijnaart toch een beetje in de uitverkoop zetten. Dat is hetgeen hij in eerste instantie bedoelde. Men zit hier als raadsleden van de gemeente Fijnaart en Heijningen en als zodanig moet men zorgen dat de burgers op een zo goed mogelijke manier gediend worden en dat op velerlei fronten. Men denkt dat het zeker zo is, dat het uitgevoerd kan worden op de manier zoals dat wordt voorgesteld in het voorstel van de provincie. Daarnaast is het zo dat men aan de grenzen van landen bij voorkeur kerncentrales; aan de randen van gemeenten legt men als het even kan vuilnisbelten aan, dat betekent dat waar men ver van de kern af zit men een achterstand beproeft en dat is in tegenstelling met het voorstel zoals men het hier heeft. Vanuit dat oogpunt vindt hij het toch te betreuren dat drie partijen

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1995 | | pagina 124