27 gelang de ontwikkelingen van de laatste tijd, waarschijnlijk het meest haalbaar zal blijken te zijn. Men verschaft daarmee ook duidelijkheid in de richting van de ambtenaren. Daar is men de werkgever van en die hebben er ook recht op dat er door de raad met hun belangen zeer zorgvuldig rekening wordt gehouden. Die moeten ook niet al te lang nodeloos in een vacuüm blijven rondzweven. Ook duidelijkheid naar de burgers. Hij meent dat het goed zou zijn wanneer men aan zou koersen op een sterke gemeente. Tot slot zegt hij dat collega Van der Spek nog even komt met het punt "meerderheid - minderheid". Die discussie heeft men onlangs ook al eens een keer gehad in deze raad. In beginsel is toen gezegd, met name in zijn richting, men kan een minderheidsstand punt innemen, maar dat verwoordt men niet. Een meerderheidsbesluit is een besluit. Hij is het daar in principe mee eens. En het laat zich nu aanzien dat die meerderheid ongeveer vertaald zal gaan worden in zeven tegen vijf, tenzij er nog bijzondere dingen gebeuren. Dan meent hij dat er toch sprake is van een meerderheid, die wellicht zelfs nog iets groter geweest zou zijn, wanneer de raad voltallig was. Hij denkt dat men op een gegeven moment ook zijn principes op het punt van dit soort zaken niet te grabbel moet gooien, wanneer dat op een gegeven moment iets beter uitkomt. Wat dat betreft zegt hij dat wanneer de raad besluit te opteren voor die drie gemeenten, dan is dat het besluit van de raad van de gemeente Fijnaart en Heijningen. En de fracties die het daar niet mee eens zijn, zoals zijn fractie bijvoorbeeld, zullen hun eigen wegen moeten bewandelen naar hogere sferen, naar de Staatssecre taris, naar de eigen partijgenoten in de hogere bestuursorganen, om die te bewegen datgene te bereiken wat men als minderheid in Fijnaart wil. Dat lijkt hem de enig juiste weg. Mevrouw Moerman bedankt de heer Van der Spek voor zijn lovende woor den. Zij heeft nog een korte opmerking, namelijk in onze democratie heeft een ieder recht op een eigen mening en het is geen kwestie van gelijk hebben, maar van eerlijke overtuiging. Daarmee wil zij aanslui ten bij het antwoord in tweede termijn van de heer Van der Spek, want daar kan haar fractie zich geheel in vinden. De heer G. de Vos wil nog even ingaan op wat mevrouw Moerman aanhaalde en de verbazing die hij heeft uitgesproken over het standpunt van de Vrije Lijst. Hij heeft het vermoeden dat het is geweest in de commis sie Bestuurlijke Aangelegenheden. Men heeft toch gezien dat er, en daar heeft ook de Vrije Lijst haar bestaansrecht aan ontleent, zeker in Heijningen op dit moment de indruk bestaat, dat de kleine kernen binnen de grotere gemeente Fijnaart achtergesteld worden. Of dat terecht is of niet, laat hij hier even in het midden. Voor de kern zelf kan dat natuurlijk best een bindende factor zijn. Als men wat tegenslag heeft bindt dat natuurlijk sneller als wanneer alles voor de wind gaat. Maar men heeft toch de indruk dat het voor de gemeente als geheel niet goed is. In de toekomst als men naar Groot-Zevenbergen zou gaan, denkt hij dat de positie van Heijningen binnen die grote gemeen te zeker niet zal verbeteren. Want ook de kans dat men met twee raads leden in die nieuwe raad terecht zal komen is zijns inziens uitermate klein, getalsmatig gezien. Sterker nog hij denkt dat Fijnaart dadelijk in dezelfde positie komt te verkeren ten opzichte van de nieuwe ge meente Zevenbergen. Vandaar die verbazing bij hem ten aanzien van dit standpunt. Op zich is het te betreuren dat men niet tot een eenslui dend standpunt kan komen, maar hij denkt dat ieder zijn eigen afwegin gen maakt en het is nu eenmaal politiek dat het niet op elkaar aan sluit. Het voorstel van de VVD verbaast hem hogelijk. Dat men nu een keer niet de raadsleden gaat tellen die voor of tegen zijn, maar de

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1995 | | pagina 123