26
De heer Van der Spek wil in de eerste plaats mevrouw Moerland compli
menteren met haar betoog van zojuist. Dat zat prachtig in elkaar, was
goed opgebouwd met goede argumenten. Dat is een verrijking, een ple
zier om naar te luisteren. Dat kan hij niet zeggen van de argumenten
waar de twee wethouders mee naar voren gekomen zijn. Vooral de argu
menten waar wethouder Nijhoff mee komt, zijn heel zwak en hiermee
verzwakt hij juist het college-standpunt. Wethouder De Jong heeft niet
zoveel gezegd, die maakt altijd grapjes en dan is het verder klaar.
Alles is al gezegd in het afgelopen anderhalf jaar. Al de argumenten
zijn al op tafel geweest, de standpunten zijn duidelijk, het is ook
duidelijk dat deze raad niet op één lijn kon komen en blijkt ook
vanavond weer niet op één lijn te kunnen komen. Het zou dadelijk
kunnen gebeuren, dat men het collegevoorstel in stemming brengt en men
heeft waarschijnlijk de koppen al geteld. Hij vindt dat zoiets op die
manier, bij zo'n belangrijke zaak als de gemeentelijke herindeling,
niet op zo mag worden afgedaan. Men krijgt zo dadelijk dat er drie
fracties zijn voor een Groot-Zevenbergen en drie fracties voor een
klein Fijnaart. Als die twee standpunten zo duidelijk aanwezig zijn,
vindt hij dat men het niet mag afdoen door het dadelijk in stemming te
brengen en met gat standpunt naar buiten te treden. Daarmee doet men
dan geen recht aan het andere standpunt, wat door de andere fracties
naar eer en geweten naar voren gebracht wordt. Met andere woorden hij
zou deze raad willen voorstellen en ook het college dat men naar
buiten treedt met het feit dat er drie fracties zijn voor Groot-Zeven
bergen en drie fracties zijn voor Klein-Fijnaart.
De heer Van de Merbel komt terug op één van de argumenten, genoemd
door wethouder Nijhoff, namelijk het zwembad. Deze wekt hiermee de
indruk, en die opmerking was vooral voor de burgers bedoeld, dat zodra
men met Zevenbergen één gemeente vormt, hier het zwembad dichtgaat.
Dat is een al te simpele voorstelling van zaken, waarvan hij zegt
licht dat maar eens toe. Maak dat maar eens wat harder, want als dat
zo zou zijn dan moet men inderdaad nog maar eens heel goed nadenken.
Hij denkt echter dat dit een stukje is, waarbij het woord "demagogie"
erg dicht in de buurt komt. Dit is meent hij geen hard te maken argu
ment. Dat jaagt angst aan voor iets waar men wellicht toch aan zal
moeten wennen en dat is niet nodig. Want wat is nou angst voor Zeven
bergen. Een plaats met 16.000 inwoners. Dat zou dan de "hoofdstad"
worden van een gemeente die bij elkaar toch altijd nog ruim 35.000
inwoners telt. Dus echt zo'n dominerende functie voor de kern Zeven
bergen lijkt hem ook al niet zo voor de hand liggend, want de praktijk
zal uitwijzen dat met name de kleinere kernen Fijnaart, Klundert,
Willemstad, elkaar zullen vinden, zoals vaak gebeurt in dergelijke
situaties, en dat Zevenbergen wat dat betreft nog wel eens verschil
lende keren een behoorlijk zware dobber daaraan zal kunnen hebben. Hij
meent dat het in het bestuurlijke vlak best wel een spel zal kunnen
zijn wat tot een zeker evenwicht leidt en waarbij die angst voor
Zevenbergen niet moet worden aangepraat omdat hem dat niet reëel
lijkt. Hij is blij dat de heer Van der Spek juist zei, dat iedereen
naar eer en geweten zijn of haar standpunt naar voren brengt. Zijn
fractie doet dat in ieder geval, men heeft maar één oogmerk en dat zal
men allemaal hebben, alleen men geeft er ieder voor zich een andere
invulling aan. Allemaal willen we dus het beste voor de inwoners, maar
het beste lijkt hem, de keuze voor een grote, sterke bestuurskrachtige
gemeente, die niet meer afhankelijk is van het Streekgewest, die zijn
eigen boontjes kan doppen. Hij denkt als men nu een duidelijke keus
zou maken voor Zevenbergen, dat men dan ook een keus maakt die, naar-