22
Fijnaart ermee gebaat is wanneer het een dorp blijft, dat betekent dan
niet dat er op allerlei niveaus "dorps" gewerkt moet worden, maar
gewoon dat het qua omvang een plaats moet zijn waar mensen zich een
beetje in elkaar moeten kennen. Maar dat wil niet zeggen, dat men
daardoor tegen een grote gemeente is. Integendeel, kleine dorpen
kunnen heel goed passen in een grote gemeente met een gemeentebestuur.
Wanneer men bedoelt met "groei-impuls" dat men de kern Heijningen ook
wil laten meeprofiteren van enige extra groei, dan staat daar zijn
fractie welwillend tegenover. De staatssecretaris heeft het college
met een aantal anderen uitgenodigd voor 23 mei en als het aan zijn
fractie ligt gaat men daar maar vertellen dat men als gemeente Fijn
aart en Heijningen zich niet zal verzetten tegen die grote gemeente,
voorlopig aangeduid als Groot-Zevenbergen. De strategie die men daar
bij moet ontwikkelen, kan men op een ander tijdstip nog over bespre
ken. Hij denkt dat men daarmee doet wat de heer Bienefelt bepleit
heeft, dat men als raad moet doen wat het beste is voor de gemeente.
Hij komt nog terug op een opmerking van de heer Bienefelt toen men
sprak over de begroting van het Streekgewest, was een van de argumen
ten, laat men eerst maar eens kijken hoe de herindeling uit gaat
pakken, want dan komen er wat grotere clusters en dan zal er wellicht
minder behoefte zijn aan dat Streekgewest. Als men deze keuze maakt is
men ofwel een fervent aanhanger van een groot en machtig streekgewest,
en dan heeft men kleine gemeenten nodig. Zijn fractie is van mening
dat men beter afstand kan nemen van dat ondemocratisch lichaam wat het
streekgewest is en beter kan streven naar grote gemeenten.
Mevrouw Moerman meent dat men zou denken dat het standpunt van de
gemeenteraad uitgesproken op 22 september 1994 voldoende moet zijn om
zaken serieus aan te pakken. In Den Bosch heeft men daar anders over
gedacht, want nu ligt er weer iets nieuws. Dit is voor haar fractie
aanleiding om de rationele en emotionele gevoelens die men heeft hier
gewoon op tafel te smijten. Niemand stond te juichen toen men met de
plannen kwam om gemeenten samen te voegen, ook haar fractie niet, want
wat men heeft wil men toch graag behouden en veranderingen boezemen
vaak toch enige angst in. Maar het denken van haar fractie was, als
het dan moet, laat men er dan het beste van maken en geen half werk
afleveren. Emoties even uitgeschakeld en de blik gericht op de toe
komst. Door de hoge eisen die tegenwoordig aan lokale besturen gesteld
worden heeft haar fractie de noodzaak onderkend, dat een nieuw te
vormen gemeente zodanig aangepast diende te worden dat de bestuurlij
ke, ambtelijke en financiële toerusting afgestemd diende te worden aan
de eisen van de huidige tijd. Dat betekende impliciet een gemeente met
een zodanige omvang dat de ondergrens van 18.000 inwoners gehanteerd
kan worden, want dan kan men in principe voldoen aan de bestuurs-
krachtige gemeente die taken zoals bijvoorbeeld wonen, werken, verkeer
enzovoorts goed zal kunnen uitvoeren. Maar daarnaast ook het bevorde
ren van de leefbaarheid, voorwaarden scheppen voor duurzame ontwikke
lingen, voor duurzame economische ontwikkelingen, maar ook voldoende
tegengas kan bieden aan ontwikkelingen die niet gewenst zijn. Hun
standpunt is gebaseerd op nuchtere feiten, die naar hun idee perspec
tief bieden voor de toekomst. Toch reageerde met name de fractie van
de PvdA nogal met verbazing op hun ingenomen standpunt. Maar het is
misschien wel haar fractie die drommels goed weet wat het betekent om
al vanaf 1583 een speelbal te zijn van liefhebbers van macht. Haar
fractie weet wat het is om te vechten om een hechte en actieve leefge
meenschap te kunnen behouden. Het zou juist geen verbazing moeten
wekken, want voor wat betreft haar fractie is al geleerd uit de ge-