16 vanavond. De ene is de financiële kant. Zijn fractie heeft kunnen constateren, in wat betere mate dan voorafgaand aan de commissie Bestuurlijke Aangelegenheden, dat de financiële kant van het verhaal wat voordeliger is geworden ten opzichte van twee jaar geleden. En daarnaast is er een vanavond al eerder aangegeven veiligheidsaspect, waar zijn fractie ook zwaar aan tilt en dat betekent dus dat wanneer men verder een zorgvuldige afwerking voor wat betreft de procedure en aanbesteding garandeert aan de raad, zijn fractie akkoord gaat met de verwezelijking van het fietspad. De voorzitter antwoordt na een kort overleg, dat men in de commissie Bestuurlijke Aangelegenheden uitvoerig heeft stilgestaan bij deze zaak. Zij denkt dat men de commissievergadering niet over hoeft te doen. Een paar punten wil zij noemen. Allereerst de oplossing ter plaatse van Koomans Van den Dries, daar zal eerst na vanavond een afspraak over worden gemaakt met de Provincie, omdat het een provinci ale weg betreft. Zodra daar helderheid over is zal men dit voor de raadsleden ter visie leggen. Dan hoeft dat niet in een commissie. Dan zijn de heren J. de Vos (Vrije Lijst) en de heer Van der Spek (VVD) heel duidelijk tegen de aanleg van het fietspad langs de Appelaarse- weg. Daarnaast is er een kostenstaatje dat bij de secretaris vertrou welijk ter inzage heeft gelegen, waarin dus voor zover men op dit moment kan voorzien de kosten zijn opgenomen die gemaakt moeten wor den. Bij onteigeningsprocedures denkt zij dat men over andere kosten moet spreken en die zijn er op dit moment nog niet in verdisconteerd. Met betrekking tot de aanbesteding heeft zij even overleg gepleegd met de wethouder Openbare Werken en vier bedrijven worden uitgenodigd in te schrijven op dit werk. De beste en de laagste zal het werk krijgen. Dat betekent dat men in ieder geval probeert de zaak zorgvuldig af te werken. Ten aanzien van onteigeningsprocedures zal men vragen aan Rijkswaterstaat om de gronden te verwerven en hun taxateurs die zaak te laten doen. Waarmee men dus de zaak toch van het gemeentelijke bord heeft en daarmee zoveel mogelijk allerlei ruis voorkomt. De heer Van de Merbel zegt dat de voorzitter heeft gezegd dat er vier bedrijven zullen worden benaderd om offerte uit te brengen, dat is niet exact datgene wat hij gevraagd heeft. De voorzitter interrumpeert dat die vier bedrijven een bestek krijgen en die moeten dus aanbesteden. Die vier bedrijven weten van elkaar niet dat ze uitgenodigd worden en als de prijzen hier liggen is dat openbaar en iedereen kan daarbij zijn als die prijzen voorgelezen worden. De heer Van de Merbel zegt dat het wel in enige mate tegemoet komt aan zijn wens en zijn aanvullende vraag is of degene die hierin een be hoorlijk bedrag investeert, met name Rijkswaterstaat, zich vinden in deze methode van aanbesteding? Of hebben die, vanwege de subsidievoor waarden nog bepaalde eisen. De provincie zelf is, dacht hij, op het punt van aanbesteden van grote werken ook nogal vrij stringent gewor den. De voorzitter antwoordt dat men dan al boven een miljoen moet zitten. Uiteraard zal met de wensen van Rijkswaterstaat rekening worden gehou den. Zij zijn immers subsidiegever. De heer Van de Merbel merkt op dat men dat dan aan Rijkswaterstaat moet overlaten. Verder heeft hij geen beletsel, hij heeft al gezegd gauw te beginnen, dus hij gaat akkoord met het voorstel. De heer Breure vindt vier bedrijven aanschrijven nogal aan de magere kant, want die hebben toch allemaal contact met elkaar, dus die weten precies van de hoed en de rand. Hij zou het veiliger vinden er toch

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1995 | | pagina 112